4-T CCc_ irzore/* fa," cct c<^Ji.'r - -j - - stvjwim6 >57 **4<! U-i 7 £c*sC/cLj t^v i 1 try, |;i\ rl.AT^~^ -)JZ~y jc.\ UV. xc /Cer*tri* £t £t&p^> ~-~7j-r(__J jfa'itsn*- 4 '- '/'J (4A-y> ~r ait,;. Boven vanaf links. Dirk Jan Koets in zijn atelier, circa 1920. Koets eind jaren 20. Dirk Koets met zijn zuster en nichtje, circa 1935. Koets circa 1940. Dirk Koets in het atelier van Willem Jurcka, circa 1955 Ondervanaflinks. Omslagvan de prospectus met aante keningen, daarnaast het principe van de Koetspropeller. Affiche. Graf van Dirk Koets op de begraafplaats te Zanddijk, 2005. Bij het ontwerpen daarvan is men logisch te werk gegaan en heeft men zich afgevraagd op welke wijze de theoretische grondslag der schoepenbewegingen zou kunnen worden „vermatt- rialiseerd". zoodoende tevens de theoretische voordeden verwezen lijkend, die bij andere constructies met konden worden bereikt Om dit duidelijk te maken, moge thans eerst deze beweging der schoepen worden beschouwd. In fig. 1 zijn vier schoepen van een „Koets-propeller —of zoo men wil vier standen van één schoep van een dergelijken propeller weergegeven. De schoepen 14 zijn daarbij draaibaar om assen 2'—2" welke assen liggen op den loopcirkel 5 van het schoepenrad. 3 zien wij een jonge Koets aan het werk in zijn Veerse atelier, bezig met het opzetten van een stilleven, dat op de tafel voor hem opgesteld staat. Hij kijkt ons onbevangen en uitdagend aan, vol vertrouwen in de toekomst. Dat is niet verwonderlijk vanwege zijn goede relatie met Albert Ochs en als protégee van Lucie van Dam van Isselt. Op die manier had hij een makkelijke entree in de Veerse schilderskolonie. Deze beleefde in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw haar hoogtepunt. Het was een komen en gaan van beeldend kunstenaars, maar ook van schrij vers, dichters en componisten uit alle windstreken. 48 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4 De Veerse kunstkolonie was zeer internationaal geori ënteerd. Er was geen Veerse schildersvereniging waar men lid van kon worden. De schilders die er woonden en werkten, waren op een enkele uitzondering na individualisten met een sterk gevoel voor traditie. Het waren beslist niet de vernieuwers van het nabij gele gen Domburg in het begin van de twintigste eeuw. Dat nam niet weg dat de kunstzinnige kwaliteit in Veere over het algemeen hoog lag. Bijna allen waren net zoals Koets bevlogen kunstenaars, die voor hun kunst leefden en er meestal met moeite van konden bestaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 50