rnrn
3 5CH1LDER1JEN
nende Koets direct mee mocht doen aan deze zomer-
tentoonstellingen. Waarschijnlijk deed hij pas mee na
het plotselinge overlijden van Albert Ochs in december
1921 in het Franse Barbizon en het vertrek van Albert
Plasschaert in 1922 uit Veere.Alma Oakes, die de
taken van haar overleden vader overnam, was aanzien
lijk soepeler in haar toelatingsbeleid dan haar vader die
zich door Plasschaert liet leiden. Zo mochten van haar
ook beeldend kunstenaars die geen enkele band met
Veere hadden deelnemen aan de jaarlijkse exposities.
Het kan haast niet anders dan dat Koets vanaf die tijd
regelmatig deelnam aan deze tentoonstellingen.
Albert Ochs, eigenaar van beide 'Schotse Huizen'
aan de Veerse Kaai De Struys en Het Lammetje was
mede vanwege het ontbreken van een schildersver
eniging, een belangrijke spil in het vooroorlogse
Veerse kunstleven.^ Sinds 1916 organiseerde hij hier
jaarlijks exposities onder de naam 'De schilders van
Veere'. Samen met zijn goede vriend, de kunstcriticus
en recensent Albert Plasschaert bewaakte Ochs de
kwaliteit van deze exposities. Dit werd hem natuurlijk
door de kunstschilders die niet werden uitgenodigd,
niet in dank afgenomen. Het is vanwege deze strenge
ballotage daarom niet erg aannemelijk dat de begin-
49 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4