4
Zelfportret circa 1930/35, olieverf op doek 40 x 30 cm, parti
culiere collectie.
uitgegeven prospectus Stuwing. Een keurig uitgegeven
boekwerkje waarin hij zijn vinding/constructie:
een stuwschoepenrad, waarbij de draaihartlijn van
het rad en die van elke afzonderlijke schoep onder
ling evenwijdig zijn', wereldkundig maakt. Op zijn
vinding vroeg Koets in augustus 1938 octrooi aan dat
hem in juni 1940 werd verleend.
Een slechter moment een nieuwe vinding te
lanceren kan men zich amper voorstellen. Er was
nauwelijks belangstelling voor. In november 1943
werd zijn octrooi vervallen verklaard, wegens het niet
betalen van de jaarcijns. Een klap die de toen toch al
bij tijd en wijle met psychische problemen worste
lende Koets niet meer te boven is gekomen. Maar hij
bleef ondanks deze tegenslag, zoals op de omslag van
de prospectus waarvan ik een kopie kreeg, bezig met
allerlei oplossingen te zoeken voor praktische proble
men, zoals bijvoorbeeld het sluiten van de dijkgaten
gezicht. Het leven had zijn tol geëist en was niet meer
zo zorgeloos als in de jaren twintig.
De Koetspropeller
Het was ook in deze tijd dat hij zich steeds meer voor
techniek ging interesseren en begon te werken aan,
naar wat hij hoopte, een revolutionair voortstuwings
systeem voor de scheepvaart. Tegelijk zou het een
oplossing voor de financiële problemen betekenen.
Vanaf het begin van de jaren dertig was Koets behalve
met schilderen druk bezig met het bedenken en con
strueren van bewegende mechanieken. Met een uit
gebreide voorraad meccano-onderdelen en een kleine
stoommachine voor de aandrijving, bedacht en maak
te hij allerlei constructies. Hoe hij op het idee van
een voortstuwingssysteem in het horizontale vlak van
een schip gekomen was, is onbekend. Maar dat hij er
lang aan gewerkt heeft, bewijst de door hem in 1940
Portret van Francina van Eenennaam circa 1925/26, olieverf op
doek 56 x 42 cm, particuliere collectie.
55 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4