/f *7/7 v. b)r-w^ <C«-^C-c^-wtS' Uitnodigingen, pen en inkt n x 14 cm, collectie Galerie De Vier Gemeten. maakten zich daar zorgen over. Iedereen in Veere wist dat Beversluis lid van de NSB was. Wat Beversluis Koets heeft aangeraden, is onbekend. Wel dat Koets tijdens de oorlog nog tweemaal geëxposeerd heeft. In maart 1942 in de tentoonstellingszaal van het Middelburgse Kunstmuseum samen met Elizabeth Bol-Smit (1904-1987) en in mei van datzelfde jaar in Goes, een solo-expositie in kunstzaal Sturm. Met name één van de recensies over deze tweede expositie was lovend: een tentoonstelling als deze in dezen tijd te kunnen bewonderen, is een rijk voorrecht. Koets kwam in de laatste oorlogsjaren aan de kost met wat lesgeven en af en toe een opdracht, onder meer vanuit Zeeuwsch-Vlaanderen voor vier grote paardenschilderijen. Geestelijk ging het steeds verder bergafwaarts en hij raakte nu en dan het contact met de werkelijkheid fawjt. Hij had een hekel aan de Duitsers en maakte dat regelmatig mondeling kenbaar.^ Hiermee bracht hij zichzelf en zijn gezin in gevaar. Preventief werd hij in de oorlogsjaren daarom enige keren in Vrederust opgenomen.37 De bevrijding van Walcheren in november 1944 bracht Koets niet de verlichting waarop gehoopt werd. Hoewel hij de vooroorlogse draad van het leven probeerde op te pakken door te schilderen en construeren, lukte hem dat niet meer. De oorlog zou hem blijven achtervolgen, met alle dra matische gevolgen van dien. Na zijn abortieve tocht naar Parijs hield Koets het verder zijn hele schildersleven bij het pittoreske Veere en haar directe omgeving.^ Hij schilderde voorna melijk aan de noordkant van Walcheren en af en toe op Noord-Beveland. Buiten Veere waren zijn favoriete plekjes De Manteling bij Domburg, de duinen bij Vrouwenpolder met haar merkwaardige kleiachtige duinvorming vlak bij de vaargeul van het Veersegat en het mooie schorrengebied ten zuidoosten van Veere. Op Noord-Beveland was er meestal contact met de toenmalige burgemeester van Kortgene A.A. Schuit die regelmatig werk van hem kocht. In Domburg werd met vrouw en dochter overnacht in het pension van de familie Carlier in de Weststraat. De Carliers waren familie van de Veerse buurvrouw van de Koetsen, mevrouw Jo Maas-de Lange. Als de platbodem van de Stams uit Middelburg geleend kon worden, werden er langere tochten gemaakt zoals naar Zierikzee op Schouwen-Duiveland. Regelmatig hield Koets thuis in zijn atelier exposities waarvoor hij de uitnodigingen zelf maakte en verfraaide met kleine pentekeningen. Vele particuliere verzamelaars wisten hem inmiddels te vinden. Zijn laatste exposi tie tijdens zijn arbeidzame periode was in Kortgene in juli 1951 in De Korenbeurs en werd geopend door zijn Bevelandse beschermheer Schuit. De recensent schreef: 'Koets, schilder uit Veere, is afkomstig van Noord-Beveland en heeft er zo langzamerhand zijn vrienden, die hem blijkbaar ook nu, in moeilijke dagen niet vergeten. 39 De laatste jaren en het verbond met Willem Jurcka In de naoorlogse jaren kreeg Koets het geestelijk steeds moeilijker. Hij ging minder schilderen en was vooral bezig met het maken van mechanische 63 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 65