Gezicht op het stadhuis van Veere circa 1935, olieverf op doek 30 x 40 cm, collectie De Bruine-Hillebrand.
constructies. Koets wilde eigenschappen van dieren
nuttig maken voor de mens. 'Menigmaal verraste hij
de inwoners van Veere met levensgrote kunstzinnige
voorwerpen die hij op willekeurige plaatsen neerzette.
Een kleurrijke libelle van ca. 1V2 meter op een lan
taarnpaal of een horizontaal draaiende molenwiek van
enkele meters boven op de dijk aan de overkant van
de Kaai.40 In zijn sloep construeerde hij ondertussen
een aandrijfsysteem voor de schroef, die voortbewo
gen moest worden door windenergie met behulp
van een grote propeller of een in het horizontale vlak
draaiende molen.41 Zo was hij steeds bezig en zo her
innert menig Veerenaar zich Koets uit de naoorlogse
periode. Hij raakte intussen steeds verder in een soci
aal isolement. Zijn vrouw Francina en dochter Pita
verlieten hem in 1950 en gingen in Vlissingen wonen.
Er was niet meer met hem samen te leven. Tot onge
veer 1952 zou hij nog blijven schilderen en hoe!^
Een van zijn mooiste paardenschilderijen stamt uit
die tijd. Verontruste vrienden bekommerden zich
om hem en zorgden ervoor dat hij regelmatig te eten
kreeg, zijn huis en atelier er wat ordelijk uitzagen en
zijn was werd gedaan.
Hoe Koets en Willem Jurcka (1905-1963) elkaar
in die tijd hebben leren kennen is onbekend.43
Waarschijnlijk ontmoetten ze elkaar in Middelburg
waar Jurcka in 1951 met zijn tweede vrouw, een
Middelburgse, was komen wonen. Het zou een bij-
64 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4