maken zoals de ambtelijke elite behaagt. De worst is
te klein om de honger te stillen en te groot om van de
honger te sterven. Deze zelfde elite die zich tijdens
de weekenden, atv-dag of zorgverlof al wandelend en
fietsend kunnen koesteren aan al wat zij achter het
veilige bureau hebben doen voortbrengen. Het ver
snipperde geld is als water op een gloeiende plaat: het
laat dartelende, spetterende waterdruppels zien die als
een mooi wolkje waterdamp in het niets verdwijnt.
Het platteland is het gebied tussen de steden. Een
gebied waarin rechte wegen de ene stad met de ande
re verbindt. Zoals de onmetelijke ruimte tussen de
planeten. Je kunt er niet echt iets mee behalve er snel
doorheen flitsen of er ronddwalen. Dat laatste is voor
veel mensen zeer belangrijk geworden. Niet dat ze
allemaal dwalen. Nee, de meesten gaan snel door de
lege ruimte heen. Toch is de mogelijkheid van dwalen
zo belangrijk dat veel mensen zich intensief bemoei
en met de inkleding van het dwaalgebied. De baby
boomers met hun referentiekader uit de jaren vijftig
(toen geluk nog heel gewoon was), hun verzet in de
jaren zestig tegen de autoritaire ouderen, gevolgd in
de jaren zeventig door hun politiek engagement met
het rotsvaste vertrouwen in de maakbaarheid van de
samenleving, geven in de sonate des levens de toon
aan, slaan de maat en bepalen het begin en het eind.
Ze verschansen zich achter onneembare, ondemo
cratische en geïnstitutionaliseerde vestingen zoals stich
ting Natuurmonumenten, de provinciale Landschappen,
het Wereld Natuur Fonds, Rijkswaterstaat, en de ANWB.
Ze maken intensief gebruik van negatieve sentimen
ten en banen zich een netwerk door diverse politieke
en ambtelijke gelederen om grotendeels de ontwikke
ling van het aanzicht van ruraal Nederland te bepalen.
In de eeuwen voorheen was dat de taak van de plat
telander. In een combinatieafweging van economie,
moraal, schoonheid, maatschappelijke samenhang,
zorg en efficiëntie is het landschap voortdurend
door zijn hand aan verandering onderhevig geweest.
Telkens met andere prioriteiten maar voortdurend
vanuit een aanwezigheid van de bedenkers, uitvoer
ders en gebruikers in en van het gebied. Verdrongen
door de ecomoralisten, murw geslagen door de econo
mische malaise, gebukt onder het negatieve zelfbeeld
van subsidietrekkende milieuvervuilers, is de platte
lander op zoek naar elke strohalm binnen handbereik
en rest slechts economie en efficiëntie.
Diversiteit aan eenheidsworst
Het is slecht gesteld met de inkomens op het plat
teland. Een grote productie zorgt ervoor dat iedereen
in Europa voldoende te eten heeft. Tevens zorgt het
overaanbod voor lage prijzen. Voedsel blijkt zich zeer
extreem te gedragen binnen de algemene stelregels
van de economie. Bij echte honger wordt ziel en zalig
heid en de familiejuwelen geruild voor brood. Bij
overvloed aan voedsel ontstaan braakneigingen en
wil men het zelfs niet voor niks hebben. Dit wordt in
economische termen de in-elasticiteit van de vraag
genoemd. Bij groeiende welvaart stijgt slechts de
samenstelling van het voedselpakket, niet het volume.
Bij zeer geringe welvaart daalt het volume en vormt
honger de basis voor maatschappelijke onrust.
Het overgrote deel van ons voedsel wordt in de
buitenlucht gekweekt. Onder invloed van het altijd
grillige weersverloop zijn oogsten meer en minder
overdadig. Door groot vakmanschap, een effectieve
Europese grensbescherming en onze rijkdom, kun
nen we doorgaans onze magen rijkelijk vullen. In
ons welvarend deel van de wereld is de vraag óf we
morgen eten, ingeruild voor de vraag wat we mor
gen eten. Gemak en beeldvorming zijn de leidende
termen als keuzes moeten worden gemaakt. Termen
waar de foodprocessing industrie en retail de afgelopen
decennia mee aan de haal zijn gegaan met als resul
taat een grote diversiteit aan eenheidsworsten. Een
efficiënte uniformiteit die enorme voordelen met zich
meebracht. Het voedsel is overal, voldoende, divers en
betaalbaar aanwezig. De laatste tijd ervaren we steeds
algemener de nadelen van deze ontwikkelingen. We
raken vervreemd van ons voedsel. De kip die we mas
saal consumeren is verworden tot een zielig hoopje
dier. In zes weken zich kapot vretend tot een drum
stick met een sausje uit een flesje voor de smaak waar
omwille van light de authentieke ingrediënten zijn
vervangen door allerlei producten uit de derivatenin-
dustrie. Allemaal voorzien met een voedselveiligheid-
certifrcaat, een soort rapport van 'goed gedrag' opdat
de brave burger de indruk krijgt dat het consumeren
van deze lekkernijen een lang, gezond en gelukkig
leven bevordert.
Voedsel veiligheid certificaat
Het voedselveiligheidcertificaat is het miljarden ver
slindende gedrocht van de eenentwintigste eeuw.
De kans dat je doodgaat als gevolg van het eten
70 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4