Kinderboeken over Zoutelande Johanna Kruit, Zomer in Zoutelande. Assen: Educatieve uitgeverij Maretak, 2005. isbn 90 437 0272 2, 9,20. Sjaak Vane, De klok van Eindelande. Antwerpen: Facet, 2004, isbn 90 5016 440 4, 12,95. Twee kinderboeken over Zoutelande en omgeving. In Zomer in Zoutelande van Johanna Kruit, zelf levens lang verbonden met die plaats, gaat het over Anne en Mees. Die hebben zomervakantie en logeren zes weken lang in het hoge huis van de oma van Anne, vlak bij de zee. Samen met tante Lies. Anne en Mees vinden het geweldig, want tante Lies is een heel bijzondere tante. Ze is erg lief en ook wel een tikje heksig; ze heeft bovendien altijd spannende of gekke ideeën. Het wordt dan ook hun mooiste zomer. Dit boek verscheen in de Giraf-reeks van Maretak, en is bestemd voor kinderen vanaf 7 jaar. Blijft Johanna Kruit in meer realistische sferen, bij Sjaak Vane slaan in de sterk gefictionaliseerde wereld van 'Zoutkerke' en 'Westdijke' op plezierige wijze de mythologische stoppen door. Want de meisjes Manon en Madelinde ontdekken in De klok van Eindelande (voor tien jaar en ouder) dat er iets mis is met de golven aan de zee, die niet meer zo schuimend kapot- slaan als gewoonlijk. In een wat langzaam op gang komend verhaal en met een wel erg nadrukkelijk 'gebruik' van de wereld van het internet worden ver volgens allerlei folkloristische en legendarische motie ven de zee en Zeeland betreffende met producten van tank ONTWERP ZEEGOLFSLAGMACHINE 's schrijvers fantasie door elkaar gehutseld: onderzee se luidklokken, het verdronken dorp Eindelande waar van 'de toren zal blijven staan' - geleend uit de sage van Westenschouwen -, de god Neptunus en uiteraard de godin Nehalennia. Een lichtverteerbare zeevruch- tenschotel. Jammer dat dit boek over de terugtrek kende en weer woest aanstormende zee uitkwam in het jaar van de grote tsunami. Ironie van de geschiedenis Hans Renders, Wie weet slaag ik in de dood, biografie van Jan Campert, 2004. isbn 90 234 1449 7, 27,50. De biografie Wie weet slaag ik in de dood van Hans Renders over de schrijver Jan Campert begint met een finale, de laatste fase van het leven van de dichter. Het is 1943 en de introductie brengt de lezer onmiddellijk bij het belangrijkste literaire wapenfeit van de auteur: het gedicht De achttien dooden. Campert doet aan men sensmokkel. Hij probeert Joden illegaal over te brengen naar België. Minutieus belicht de auteur de laatste rit over de Nederlands-Belgische grens. Alle vier de inzit tenden van de taxi komen scherp in beeld. Als lezer had je iets anders verwacht, een onmiddellijk inzoomen op het leven van de dichter. Renders richt zich echter voor al op het leven van een onbekende joodse jongeman die in veiligheid gebracht moet worden. In de rest van de biografie gaat Renders chronolo gisch te werk. In tien hoofdstukken beschrijft hij het leven van de auteur Campert om op het laatst weer terecht te komen bij het incident aan de grens. We weten dan inmiddels zoveel meer over Campert dat we in staat zijn om deze gebeurtenis te interpreteren en te relativeren. Het moet voor een biograaf het ultieme genot zijn als hij een onderbelicht aspect van een persoonlijke geschiedenis kan toelichten. Nog mooier is natuurlijk als hij het bestaande beeld van een persoon kan doen kantelen of omverhalen. In dit opzicht heeft de auteur de juiste persoon te pakken. Immers, wij kennen Jan Campert enkel via dat ene gedicht. Dat gedicht heeft hem het imago van verzetsheld bezorgd. Nooit heb- Zeegolfslagmachine om de zee weer op gang te helpen (afbeelding uit 'De klok van Eindelande'). 83 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 85