r t I i KIJKJE IN ZANDVOORT ---1 Zandvoort is een der eerste badplaatsen van ons land en de laatste jaren het verpoozingsoord bij uitncn. heid der Amsterdammers, die er graag een langen fiets- of tramtocht voor over hebben om er aan het beer'yl'e strand te kunnen vertoeven. Ook vele vreemdelingen echter slaan er in het seizoen hun tenten op. aan een verschrikkelijke nachtmerrie. Wat hij zag-, deed zijn hart bijna stilstaan. Hij hijgde naar adem, dacht te zullen stikken van angst Eva was dood! Haar mooie kleine handen lagen gevouwen over haar borst, en haar zwarte haren krulden in wanorde om haar hoofd, maar het was haar gezicht, dat hem als aan den grond genageld deed blijven staan dat hem met afschuw vervulde. Het gezicht, aan welks schoonheid hij zich toen zij leefde, niet had kun nen onttrekken, oefende nu nog een magische aantrekkingskracht op hem uit door de gespan nen strakheid van den dood Terwijl hij als verlamd staarde naar het lood grijze doodenmasker, gebeurde het mirakel: de oogleden trilden en Eva’s groote bruine oogen staarden hem aan met een uitdrukking van diepe minachtingToen bewogen ze zich weer en vielen dicht LEIDEN KORENBEURS -- Leiden is een der oudste steden van Zuid-Holland reeds in 1186 werd zij genoemd en heeft een belangrijke industrie, en door haar ligging te midden van het polderland, groote vee- en kaasmarkten. Zij heeft een be kende universiteit, die haar in 1575 geschonken is door Prins Willem I, als belooning voor de heldhaftige ver dediging tijdens het beleg door de Spanjaarden in 157374. Nog vele andere gebouwen herinneren aan het ver leden, zooals b.v. de prachtige Waag en de hierboven afgebeelde merkwaardige brug de Korenbeurs over den Nieuwen Rijn. dagen een struikroover een masker. Hij had geen wapen, maar dat had hij ook niet noodig; hij was jong en sterk, en hij zou haar best zónder machtsmiddel in bedwang weten te houden. Misschien dat hij van een paar zakdoeken nut kon hebben, en dan, natuurlijk, moest hij ook zijn electrische lantaarn meenemen. Hij stak alles in den zak van zijn donkere overjas en sloop zijn flat en het huis uit Toen hij de deur zachtjes achter zich dicht trok, merkte hij, dat het regende. Zooveel te beter, dacht hij. Nu zouden er slechts weinig menschen op straat zijn en dat beteekende min der kans op ontdekking. Hij wilde loopen; het zou te riskant kunnen zijn, om een taxi te nemen, zelfs om er een ge deelte van den weg mee af te leggen. Naarmate hij dichter bij zijn doel kwam, be gon zijn hart onregelmatiger te kloppen, maar hij schold zichzelf voor een lafaard, omdat hij bang was. Voor het groote huis, waar Eva haar flat had, bleef hij even staan en spiedde behoedzaam naar rechts en links. In de verte verdween een po- litie-agent in de donkere straat. Anders was er geen sterveling te zien Vlug ging hij naar binnen, liep de trappen op, tot de eerste verdieping, waar Eva haar flat had Hij haalde den sleutel uit zijn zak en stak hem in het slot. Het volgende oogenblik stond hij in de kleine gang en luisterde, maar hij hoorde geen enkel geluid. Alles was stil stil en don ker. Gelukkig, dat hij zijn zaklantaarn had mee genomen. Hij liet den lichtstraal voorzichtig langs de muren spelen. Voorzichtig bewoog hij zich naar de deur, waarachter hij herinnerde zich, dat zij hem dit eens verteld had haar slaapkamer moest zijn. Een plank kraakte. Het klonk als een pis toolschot in de bijna tastbare stilte. Hij dacht, dat iedereen in het groote huis er wakker van moest worden, maar alles bleef stil Eindelijk was hij bij de deur van de slaap kamer. Voorzichtig legde hij zijn hand op den knop, draaide hem om, duwde de deur open Als een panter sloop hij naar het groote bed, waarvan hij de omtrekken vaag kon onderschei den in het schaarsche licht, dat door de ramen van buiten af naar binnen viel. Hij zag haar ge stalte zich afteekenen onder de dekens. Haar hoofd was echter geheel in de schaduw. Hij aarzelde een oogenblik; toen vermande hij zich en liet het licht van zijn lantaarn behoed zaam op het gezicht op het kussen vallen. Eén oogenblik dacht hij, dat hij ten prooi was uit Er was een brief bij en met de huiveringwek kende gedachte aan iets bovennatuurlijks begon hij te lezen: „Ik stuur je hierbij je zwarte parels terug. Ik wilde het niet doen, maar John stond er op, en hij beloofde mij een mooier en grooter snoer als ik het deed. Hier zijn ze dus. Je wist niet, dat ik ging trouwen, is het wel? Met 'n Lord, mijn waarde, zoodat ik over eenige weken een echte „my lady" zal zijn. Ik zou het erg aar dig van je vinden, indien je mij nu mijn brie ven wilde terugsturen. Ik wil niet graag ge dwarsboomd worden in mijn plannen, en brie ven kunnen lastige dingen zijn als iemand gaat trouwen of getrouwd is. Een andere reden waar om ik je de parels terugstuur is, dat ik geen ongelukken wil hebben, en je hebt me een doodsschrik op mijn lichaam gejaagd, toen je vannacht mijn kamer kwam binnensluipen. Jij schrok echter ook, omdat mijn gezicht geheel bedekt was door een schoonheidspleister. Je stond me aan te gapen als een visch in een fuik..! Ik wilde schreeuwen, maar dat pleister is zoo stijf, dat ik geen spier bewegen kon Bonjour, ouwe jongen, stuur me mijn brie ven terug dan wensch ik joii ook 't beste..’’ Hij had genoeg gezienHij kon niet lan ger blijven. Met een ruk draaide hij zich om en vluchtte Hij kon zich later met geen mogelijkheidher inneren, wat hij precies had gedaan, behalve dat hij als een krankzinnige straat uit, straat in gerend was Het was reeds helder dag, toen hij eindelijk weer, uitgeput, op zijn flat terugkeerde. Op van zenuwen wierp hij zich aangekleed te bed en besefte toen voor den eersten keer zijn neder laag. Eva had hem wederom overwonnen. Hij kón een doode niet berooven! Hij moest eenige uren hebben geslapen, voor dat hij door een kloppen op zijn deur werd ge wekt. Op zijn „binnen" trad de concierge bin nen. De man hield een pakje in de hand „Dit is gebracht door een meisje,” zei hij, ter wijl Jim het aanpakte. „Ik denk een soort kame- nier of zooiets. Er was erg veel haast bij, zei ze, en ze vroeg of ik het u direct wilde geven Jim staarde als gefascineerd naar het pakje in zijn hand. Het adres was door Eva geschre ven; dat zag hij direct. Het was een mededeeling van een doode! Zoodra hij weer alleen was, scheurde hij het papier open en hield toen een doosje in zijn hand. Met bevende vingers maakte hij het openhaalde er zijn snoer zwarte parelen brief bij

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland. Geïllustreerd Weekblad | 1934 | | pagina 9