SIGNALEMENTEN
37
esseerde wandelaar of toerist achtergrondinfor
matie kan verkrijgen over de kunstenaars, het
projekt 'exposie' in de binnenstad van Middel
burg, het cryptische Podio del Mondo per l'Arte,
de reeks kunstwerken op de boulevard van Vliss-
ingen, op dijken en op dammen en over vele an
dere kunstvoorwerpen.
De kleurenfoto's in het boekje zijn schitterend.
De zwartwit-foto's zijn helaas veel te donker en
de gehele layout is wel erg zwart. Vormgever
Trudy Warns heeft in haar recentelijk verzorgde
publikaties bij De Koperen Tuin veel mooiere
dingen laten zien.
Voor toeristen is dit boekje een welkome aan
vulling op de beschikbare informatie over Wal
cheren. Dat men die doelgroep belangrijk vond,
tonen de drie opgenomen routes waarlangs men
beelden kan tegenkomen. Voor inwoners van
Walcheren had het boekje completer mogen zijn.
JLK
Bethlehem, J. en A.C. Meijer (red.), VOC en Cul
tuur. Wetenschappelijke en culturele relaties tus
sen Europa en Azië ten tijde van de Verenigde
Oostindische Compagnie. Amsterdam 1993 (The
saurus 7). ISBN 90-72872-10-X. Prijs: 34,50.
De wereld is talloze malen groter dan Zeeland.
Dit boek, een bundeling lezingen, gaat over een
belangrijk deel van die wereld: Europa en Azië.
Aan bod komen onder meer het navigeren in
Azië, natuurwetenschappelijk en volkenkundig
onderzoek op Ceylon en op Java en andere ei
landen van de Indonesische archipel, en al wat
een nieuwsgierig en intelligent man ondeiweg
tussen Nagasaki en Tokio aan interessants over
Japan rond 1700 te weten kon komen.
Er lijkt geen enkele reden te zijn om deze ove
rigens keurige uitgave in een tijdschrift over Zee
land te signaleren. Maar die reden is er wel. De
in deze publikatie samengebrachte lezingen zijn
in 1987 op een congres in Middelburg uitgespro
ken, en de bundel eindigt met een verhandeling
over Zeeland en de VOC. Dit stuk is een
vreemde eend in de bijt, want het gaat niet over
cle wetenschappelijke of culturele relaties tussen
Europa en Azië, en hoe zou dat ook kunnen? De
band met de overige zes artikelen is nagenoeg af
wezig, net zoals die artikelen op hun beurt niet
over Zeeland gaan, al wordt hier en daar uit
vriendelijkheid wel eens een Middelburger ten to
nele gevoerd of een Zeeuws schip genoemd.
Dit neemt overigens niet weg dat J.A. de Moors
'Zeeland en de VOC: de vrijbuiter getemd' be
halve het langste ook een aardig en interessant
artikel is. Zijn stelling is dat de VOC voor Zeeland
van belang is geweest, omdat het vooral deze in
stelling is geweest die de koppige, eigengereide
Zeeuwen dwong tot samenwerking met de an
dere gewesten van de Republiek der Zeven Ver
enigde Nederlanden, met name natuurlijk met
Holland: 'het dwong hen zich te richten op het
grotere geheel van het Nederlandse 'gemenebest',
een zekere mate van gecentraliseerde besluitvor
ming te accepteren en zich neer te leggen bij het
feit dat zij niet langer onbelemmerd hun eigen
gang konden gaan'. De Moor plaatst het VOC-ef-
fect tegen het WIC-effect: de VOC 'temde' de
Zeeuwen, de WIC 'hitste' hen op tot een tot mis
lukken gedoemde onafhankelijkheid, die zich on
der meer uitte in de beruchte kaapvaart. Het
kostte de Zeeuwse elite veel moeite te accepteren
dat de voorname rol die Zeeland aan het eind
van de zestiende eeuw en het begin van de ze
ventiende eeuw in de Republiek nog kon spelen
allengs verpieterde. De Moor: 'het tragische is dat
wat begon als een politiek van eigenzinnigheid,
gebaseerd op zelfvertrouwen en economische
kracht in de zeventiende eeuw, eindigde in ver
toon van frustaties en machteloos stampvoeten in
de achttiende'. En hij geeft hiervan enkele fraaie
voorbeelden.
Vanwege het thema van het congres zag De
Moor zich gedwongen ook iets over de invloed
van de VOC op het culturele leven in Zeeland (in
dit geval Middelburg) te zeggen. Maar dat deel
van zijn stuk is er wat met de haren bijgesleept
en had grotendeels achterwege kunnen blijven.
De bundel als geheel biedt veel wetenswaar
digs. Een eenheid vormt deze echter niet. Ook de
artikelen die wel over 'VOC en Cultuur' gaan,
sluiten niet erg goed op elkaar aan, al blijkt er
keer op keer wel uit dat de op zichzelf vaak be
langrijke wetenschappelijke onderzoeken en pu
blikaties - ook over de vreemde culturen die men
in de Oost tegenkwam - meer ondanks dan dank
zij de actieve bemoeienis van de VOC tot stand
kwamen. De VOC was allereerst - en doelbewust
- een handelsorganisatie; wetenschappelijke en
culturele belangstelling kwam vooral van indivi
duen die meestal op eigen houtje en eigen initia
tief werkten. Omgekeerd was de VOC voor Zee
land vooral van belang als organisatie, als
instelling die werkgelegenheid bood en geld bin
nenbracht.
Het is door de verscheidenheid aan artikelen in
dit boek niet erg duidelijk op welk publiek men
zich richt. Voor de specialisten lijkt het weinig
nieuws te bevatten, voor de geïnteresseerden
heeft het gebodene wat weinig verband. Maar
misschien hoeft dat laatste niet zo'n bezwaar te
zijn. De artikelen zijn in elk geval over het alge
meen helder geschreven, prettig te lezen en in
formatief.
GIT