38
SIGNALEMENTEN
Lem, A. van der, Johan Huizinga. Leven en werk
in beelden en documenten. Amsterdam 1993.
ISBN 90-2841618-8 (paperback) en 90-2841652-8
(gebonden). Prijs respectievelijk 49,50 en
59,50.
In het eerste officiële nummer van Zeeland (van
maart 1992) trof de lezer als openingsstuk een ar
tikel over Huizinga en Zeeland aan. Hierin werd
kort de rol geschetst die deze provincie in het le
ven en werk van Nederlands grootste historicus
speelde. Het was vooral dank zij zijn eerste,
vroeg gestorven vrouw Mary Vincentia Schorer,
telg van een vooraanstaand Middelburgs geslacht,
dat Huizinga (1872-1945) met Zeeland zo'n be
langrijke band kreeg. Talloze malen verbleef hij
immers op het buitenverblijf van de Schorers,
huize Torenvliedt vlak buiten Middelburg, ook na
de dood van zijn vrouw in 1914. Hier schreef hij,
dacht hij na en hier speelde zich een belangrijk
deel van zijn gezinsleven af.
De auteur van dit artikel, Anton van der Lem,
publiceerde onlangs de eerste biografie van Hui
zinga. Eerder was hij, met L. Hanssen en W. Krul,
reeds verantwoordelijk voor de driedelige publi-
katie van de correspondentie van Huizinga - een
bron waaruit hij zelf voor deze biografie met
vrucht kon plukken - en binnenkort zal hij pro
moveren op Huizinga en diens beeld van de Ne
derlandse beschaving in de zeventiende eeuw.
Kortom, als bij iemand een levensbeschrijving
van Huizinga in goede handen is, dan is het wel
bij Van der Lent. De kennis die de auteur over
zijn held tentoonspreidt, is rijk geschakeerd, veel
omvattend en gebaseerd op een uitgebreide en
succesvolle speurtocht naar materiaal over Hui
zinga als persoon en als historicus. Kenmerkend
voor Van der Lems speurzin, maar ook voor zijn
consciëntieusheid en betrokkenheid bij zijn on
derwerp, is dat veel van dat materiaal, waaronder
nogal wat foto's, uit familiebezit afkomstig is.
De biografie is chronologisch opgebouwd.
Huizinga's leven is in negen periodes opgedeeld,
die vrijwel alle worden geïllustreerd met een ka
rakteristiek tekstfragment van Huizinga's hand en
hier en daar worden onderbroken door een deze
periodes doorkruisend thema: de kunstenaars in
Huizinga's leven, zijn eigen tekenwerk, zijn
vriendschap met André Jolles. Op 285 tekstpa
gina's is plaats gevonden voor 101 afbeeldingen.
Dit 'leven in beelden en documenten' is door
Harry Sierman op heldere en evenwichtige ma
nier vormgegeven. We mogen kortom blij zijn
met dit boek.
De pretentie die Van der Lem met zijn biografie
heeft is betrekkelijk bescheiden. Hoewel hij ook
zelf het woord biografie gebruikt, rept hij in de
allereerste zin van zijn 'Woord vooraf van 'een
overzicht van leven en werk' van Huizinga dat
(tweede zin) 'is bedoeld als inleiding, waarin de
lezer de belangrijkste gebeurtenissen uit Hui
zinga's leven en zijn voornaamste boeken en arti
kelen kan terugvinden'. Het resultaat stemt met
deze woorden zeker overeen. Het boek bevat tal
loze interessante feiten en gegevens over Hui
zinga's leven en werk en over zijn leef- en werk
omgeving, die bovendien op evenwichtige wijze
en in een prettige, leesbare stijl worden gepre
senteerd.
Mijns inziens echter is Van der Lent wat al te
bescheiden geweest. Want ondanks de vele feiten
ontstaat niet echt een duidelijk beeld van de
hoofdpersoon. Het woord 'beeld' introduceerde-
Hu izinga zelf in de oratie waarmee hij op 4 no
vember 1905 het hoogleraarschap in Groningen
aanvaardde. Van der Lem citeert Huizinga aldus:
'De factor, dien de geschiedbeoefening met de
kunst gemeen heeft, treedt reeds in werking van
het oogenblik af, dat de eerste historische voor
stelling, het eerste historische beeld zich vormt',
en hij voegt daar zelf (parafraserend?) aan toe:
'De historicus fotografeert het verleden niet, zijn
taak is het verleden te verbeelden'. Ondanks alle
lof die Van der Lent met zijn biografie verdient, is
het jammer dat hij het verbeelden vooral letterlijk
en niet figuurlijk heeft genomen. Het boek is
vooral een 'dienstbaar' boek en daardoor wat
vlak; een kundige vertelling, maar zonder veel
spanning. Typerend hiervoor is de manier
waarop Huizinga's overgang van de filologie -
aanvankelijk zijn grote wetenschappelijke liefde -
naar de geschiedschrijving wordt geschetst. Alle
feiten worden genoemd, maar hoe die overgang
verliep en vooral wat deze voor hem op dat mo
ment betekende, blijft onbekend. Indien Van der
Lem het had aangedurfd ook in abstracte zin te
verbeelden, dan was wellicht ook meer uit het
boek zelf naar voren gekomen waarom Huizinga
nu eigenlijk zo'n belangrijk en wijd en zijd be
faamd historicus was en niet alleen dat hij dit
was.
Van der Lem heeft echter vooral een 'bronnen-
biografie' willen schrijven. Dat is hem, nogmaals,
uitstekend gelukt. Maar hopelijk schrijft hij bin
nen niet al te lange tijd ook een biografie die ver
der gaat, waarin de grote lijnen uit Huizinga's le
ven en werk naar voren komen en die meer met
Huizinga's eigen hoge normen van geschied
schrijving overeenkomt. De nu verschenen bio
grafie met al die feiten geeft al de context en de
contouren van die volgende biografie. Net zoals
Van der Lems artikel over Huizinga en Zeeland
nu dank zij deze biografie een nieuwe dimensie
heeft gekregen, teiwijl de feiten vooral in het arti
kel zijn te vinden, zo zal hopelijk eens deze bio
grafie een veivolg vinden in een boek waarin
Van der Lem onomwonden zijn visie op Huizinga
geeft. Want wie anders dan Van der Lem zou dat
kunnen?
GH