SICCALEMENTEN
39
Jacobs, P.M.J.Beeldend Nederland. Biografisch
handboek. 2 delen, 680 en 720 blz., geïll., litt.-
opg. Uitgegeven in eigen beheer, Tilburg 1993-
Prijs: 490,50 (inclusief verzending).
Bij liefhebbers en verzamelaars van beeldende
kunst is de 'dikke (of ook wel 'rode') Scheen' een
begrip. Dit lexikon, verschenen in 1970, behan
delt alle Nederlandse beeldende kunstenaars uit
de periode 1750-1950. Het is met grote deskun
digheid en zorg samengesteld en nog steeds on
ontbeerlijk voor iedereen die zich met beeldende
kunst in Nederland bezighoudt. Het werk was
echter langzamerhand aan vernieuwing toe, want
dc laatste gegevens zijn alweer van veertig jaar
geleden. De Scheen heeft nu een opvolger ge
vonden in de Jacobs, die de na 1880 geboren Ne
derlandse beeldende kunstenaars behandelt. Dat
betekent dat er een flinke overlap met Scheen
bestaat, maar daar staat tegenover dat de gege
vens zijn bijgewerkt tot 1992 (het overlijden van
Sari Góth en Jan van Leeuwen is er nog in opge
nomen) en dat een hele nieuwe generatie kunste
naars is gedocumenteerd.
Jacobs heeft een andere methode gevolgd dan
Scheen. Hij heeft geen research in bevolkingsre
gisters enz. gedaan, maar zoveel mogelijk ge
drukte bronnen verwerkt, zo nodig aangevuld
met opgevraagde informatie. Verder is de infor
matie zo nuchter mogelijk gehouden; de subjec
tieve kwalificaties die bij Scheen soms zo hila
risch zijn ('wordt een groot kunstenaar genoemd'
bij een volkomen obscure schilder) zijn weggela
ten. Veel informatie is opgenomen over aanko
pen en tentoonstellingen. Naast de traditionele
beeldende kunstenaars zijn onder meer fotogra
fen en industriële vormgevers opgenomen, wat
zeker een verrijking is.
Als gevolg van de onderzoeksmethode zijn de
gegevens dikwijls wat minder volledig dan bij
Scheen: zo ontbreken dikwijls de volledige voor
namen en geboortedata, omdat dergelijke gege
vens in tentoonstellingscatalogi maar zelden ver
meld worden. De Jacobs volstaat dan met
roepnaam en eventueel geboortejaar. Ook de
overlijdensgegevens ontbreken nogal eens, bij
voorbeeld bij Piet Bulthuis en Dirk van Gelder.
1 aar is ook niet zo gemakkelijk achter te komen,
want veel kunstenaars sterven na een rustige
oude dag in vergetelheid en stilte. En natuurlijk
heeft Jacobs niet alle literatuur en gegevens van
tentoonstellingen kunnen opsporen. Volledigheid
is voor zo'n lexikon een onbereikbaar ideaal.
Overbodig en mislukt is het illustratieve ge
deelte. In totaal zijn 163 kleurenafbeeldingen op
genomen, blijkbaar alleen van kunstenaars die
hiervoor zelf hebben betaald. Het is namelijk een
volkomen willekeurige greep uit de duizenden
opgenomen kunstenaars, en omdat ze alfabetisch
zijn opgenomen is het een ratjetoe van stijlen,
technieken en kwaliteit geworden. Maar afgezien
van deze onvolkomenheden is het lexikon met
grote zorg samengesteld en uitstekend bruikbaar.
De verwijzing naar bronnen en literatuur bij elke
kunstenaar is voortreffelijk. De Jacobs is dan ook
een waardige opvolger van de Scheen geworden.
Uiteraard is het lexikon ook een naslagwerk
over Zeeuwse kunstenaars. Bij steekproeven ble
ken zij over het algemeen uitstekend gedocu
menteerd te zijn; slechts enkele kunstenaars die
weinig aan de weg timmeren, zoals A.C. Duvekot
en Henk Kooger, ontbreken. De volledigheid is
onder meer te danken aan de losbladige docu
mentaries Kunst uit Zeeland en Zeeuwse beel
dende kunstenaars, die mede als bron hebben
gediend. Eeuwig zonde dat de uitgave daarvan
gestaakt is!
AJB
Bauwens, A.R., C. Devroe, G.A.C. van Vooren en
A.C.J. Willeboordse, In slaat van beleg. West
Zeeuws-Vlaanderen en de eerste wereldoorlog.
Aardenburg, Gemeentelijk Archeologisch Mu
seum, 1993, 112 blz., gefotokopieerd typoscript,
geïll. Prijs 15,00. Verkrijgbaar bij de gemeente
Aardenburg.
Zeeuwsch-Vlaanderen is meer dan enig ander
deel van Nederland met de Eerste Wereldoorlog
geconfronteerd. Ten gevolge van de bezetting
van België werd cte grens gesloten en zelfs vrij
wel onpasseerbaar gemaakt door aanbrenging
van de beruchte electrische draad, die hele
dorpsgemeenschappen radicaal in tweeën sneed.
Daarbij kwamen de opvang van vele vluchtelin
gen, het gevaar waaraan cle zeevisserij blootstond
en het bij vergissing op 1 oktober 1917 uitge
voerde Britse bombardement op Sluis, waarbij
gelukkig geen slachtoffers vielen. Deze periode is
wat vergeten geraakt, omdat de Tweede Wereld
oorlog zoveel nieuwe rampen over het gebied
uitstortte. Het Aardenburgs museum heeft in de
afgelopen zomer cle herinnering wat opgepoetst
met een tentoonstelling en de hier besproken
brochure.
Meer dan de helft van het boekje is gewijd aan
een beschrijving van de algemene politieke toe
stand in Europa en Nederland vóór en tijdens de
oorlog. Dit stuk geschiedenis is elders beter en
uitvoeriger beschreven. Pas vanaf bladzijde 63
gaat het over West-Zeeuwsch-Vlaanderen, waarbij
bovengenoemde gebeurtenissen aan de orde ko
men. Aan het boekje is een herdruk van een arti
kel van ds. Pattist uit 1914 over de opvang van
vluchtelingen toegevoegd.
Het interessantste artikel (van de hand van
G.A.C. van Vooren) gaat over het leven aan
weerszijden van de electrische draad. Dit stukje