DE SCHILDERSFAMILIE SCHÜTZ 148 Mary Platier-van Engeland In de zomer van 1998 zal in enkele Walcherse musea werk te zien zijn van leden van de Middelburgse schildersfamilie Schütz. Tegelijkertijd zal een publicatie verschijnen die aan deze familie is gewijd. Al eerder is in Zeeland aandacht besteed aan het oeuvre van deze marineschilders. De laatste keer ge beurde dat in 1992, toen in het Zeeuws Museum tivee zalen met werk van Jan Frederik Schiitz 1817-1888) en zijn zoon Willem Johannes (1854-1933) werden ingericht. Toen bleek dat er weinig bekend was over leven en werk van deze kunstenaars. In 1993 werd clan ook binnen de Werkgroep Kunstgeschiedenis van het Zeeuws Genootschap de projectgroep Schiitz' opgericht met het doel meer ge gevens over deze schildersfamilie te verzamelen. Dit bleek geen gemakkelijke opgave. Zo is het werk. van de Schützen in de loop van de tijd veelal in particuliere collecties terecht gekomen, waardoor het moei lijk te traceren is. Ook zijn zeer weinig persoonlijke documenten zoals brieven, aantekenboekjes of ge schriften van hen bewaard gebleven. Bovendien wonen er geen nazaten van deze familie meer in Zee land. Desondanks zijn in archieven en documentatiecentra veel gegevens gevonden en kon de verblijfplaats van veel werken worden achterhaald. Vader en twee zonen Als van de schildersfamilie Schiitz wordt gespro ken, bedoelt men meestal Jan Frederik Schütz en zijn oudste zoon Willem Johannes, die beide be kend zijn geworden door hun zeegezichten. Ech ter, ook de jongste zoon, Jan Frederik junior (1863-1926), schilderde, maar hij trad niet naar buiten met zijn werk. Omdat hij geen bekendheid heeft gekregen als schilder, worden zijn werken vaak aan zijn vader toegeschreven. Jan Frederik Schütz senior (afb. 1) werd op 2 december 1817 geboren als zoon van Benjamin Adriaan Schütz en Catharina Elisabeth van Suy- len. Zowel zijn grootvader als zijn vader waren zeevarenden geweest. Jan Frederik wilde zelf ook zeeman worden, maar zag daarvan af, omdat zijn gehoor niet goed was. Bovendien wilde hij zijn moeder, die weduwe was geworden, niet in de steek laten. Omdat hij geen onverdienstelijk teke naar was, legde hij het toelatingsexamen voor de Middelburgse Tekenacademie af, waar hij in 1839 werd aangenomen. Hij volgde de lessen met suc ces en kreeg verschillende onderscheidingen. Na zijn opleiding vestigde hij zich als leraar tekenen en schilderen in Middelburg. Als schilder was hij autodidact. Zijn voorliefde voor de zee blijkt uit zijn omvangrijke oeuvre, dat voornamelijk uit zeegezichten bestaat. In 1851 trad Jan Frederik in het huwelijk met Maatje Revers (1829-1903). Door dit huwelijk be hoorde hij tot een familie die veel betekende voor het Middelburgse kunstleven. Twee tantes van zijn vrouw, Maria en Johanna Revers, waren namelijk gehuwd met de broers Johan en Gerard Grauss, die beide leraar waren aan de Middel burgse Tekenacademie. Gerard Grauss was bo vendien stadsarchitect van Middelburg. In die hoedanigheid ontwierp hij onder meer de Spij- kerbrug en de Bellinkbrug in deze stad. Uit het huwelijk van Jan Frederik en Maatje werden vijf kinderen geboren: drie meisjes (Ca- Afb. 1. Jan Frederik Schütz (1817-1888), omstreeks 1878. Foto: raz, zc, Zei. 111. tv 159.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1997 | | pagina 30