154
SCHÜTZ
Afb. 8. Willem J. Schütz, Schepen bij Veere, olieverf op doek, 35 x 49 cm., particuliere collectie.
Luminisme
Omstreeks 1905 nam in Nederland de belangstel
ling voor de Haagse School af. De aandacht ver
schoof naar de vernieuwers van de schilderkunst
van die tijd, zoals Jan Toorop (1858-1928) en Piet
Mondriaan (1872-1944), die ook marines hebben
geschilderd. Beiden behoorden tot de groep kun
stenaars die omstreeks 1910 in Domburg werkte
en exposeerde en die vooral geïnspireerd werd
door het Zeeuwse licht. Dit kwam onder andere
tot uiting in het luminisme, een stroming in de
schilderkunst die het accent in het kunstwerk
hoofdzakelijk op de weergave van licht legde. De
schilders zelf spraken in die tijd over 'licht door
kleur'".
Willem Schütz nam aan alle in Domburg geor
ganiseerde exposities deel en na 1910 begon zijn
stijl zich enigszins te wijzigen. Zijn kleurgebruik
werd lichter en de onderwerpkeuze gevarieerder.
Het werk 'Schepen bij Veere' (afb. 8) is kenmer
kend voor deze periode.
Willem Schütz was een vakbekwaam schilder
die het kunstenaarschap opvatte als een ambacht.
Zijn atelierstukken presenteerde hij als zijn kunst
werken. De studies en minder formele schilde
rijen, die hij gedurende zijn hele schilderscarrière
maakte, zijn interessant wegens hun experimen
tele karakter en de spontane uiting. Deze hield
hij echter voor zichzelf. Postuum kreeg hij hier
voor waardering toen op een eretentoonstelling
in het Middelburgse Kunstmuseum deze werken
te zien waren. De recensent van de Rotterdam-
scbe Courant schreef daarover: 'Dit [het voor zich
houden van zijn werk] is de oorzaak dat wij op
deze expositie een vrijwel onbekend gebleven
schilder in zijn beste uitingen vinden, het betreu
rend, dat dit alles pas na zijn dood aan het licht
kon komen"'.
In het Zeeuwse kunstleven speelde Willem
Schütz een zeer belangrijke rol, maar binnen de
Haagse School nam hij een marginale positie in.
Het feit dat hij zijn vernieuwende werk achter
hield en de geïsoleerde ligging van Walcheren in
die tijd hebben hieraan bijgedragen. Werk van
hem bevindt zich in het Zeeuws Museum te Mid
delburg, het Frans Halsmuseum in Haarlem, de
collectie van het Koninklijk Huis en in particu
liere collecties.
Van Jan Frederik junior zijn de meeste werken
die tot nu toe zijn getraceerd, afkomstig uit de
periode 1883-1888. Hij woonde toen nog in zijn