ZOUTPLANTEN 13 Afb.3. Zeebiet, een plantensoort die in Nederland vrij zeld zaam is. klaart. Deze soort werd ook gebruikt als geur- middel: men legde hem tussen het linnengoed, waardoor dat lekker fris rook. Van heel recente datum is het gebruik van lamsoor Limonium vulgare). Lamsoor, niet te verwarren met het Zeeuwse woord lamsoren, is de officiële Nederlandse naam voor deze soort. Op Zuid-Beveland heet de soort schapenoor, in andere delen van Zeeland schorre(l)bloem of zwinnebloem. Deze soort, die prachtige roze tot lila bloeiwijzen heeft, wordt tegenwoordig verza meld om in droogboeketten te worden verwerkt. Aangezien het een vrij zeldzame plant is, heeft de voormalige gemeente Zierikzee de soort via de apv (Algemene Politie Verordening) beschermd verklaard. Van verzamelen naar verbou wen Zo'n 25 jaar geleden ging de vraag naar lamsoren en zeekraal het aanbod overtreffen. Dat had twee oorzaken. Ten eerste nam de vraag naar deze ge wassen zowel in Zeeland als daarbuiten toe. Ex- lusieve restaurants mochten graag een toefje lamsoren en zeekraal serveren bij hun vis-, schaal- en schelpdiergerechten, maar ook de inte resse bij de consument naar nieuwe groenten nam toe, niet alleen naar artisjokken, paksoi en kouseband, maar ook naar de relatief onbekende zeekraal en lamsoren. Ten tweede nam het schor renareaal in Zeeland af. Door de aanleg van de deltadammen werden veel schorren van de in vloed van het zoute of brakke getijdenwater afge sloten. Deze gebieden verzoetten, waardoor de typische scholplanten werden verdrongen door planten die minder zoutgevoelig waren. De schorgebieden die nog overbleven, ongeveer vijf tig procent van het oorspronkelijke areaal, wer den tot natuurgebied verklaard, waardoor het niet meer was toegestaan op deze plaatsen lamsoren Afb.4. Het proefproject met zeeaster en zeekraal in de Eer ste Bathpolder. en zeekraal te snijden." In de Oosterschelde werd het verzamelen van deze plantensoorten aan een vergunningenstelsel onderworpen dat nog slechts voorzag in het snijden voor eigen ge bruik. Vanwege het afgenomen aanbod ontstond bij de schelpdierenhandel in Yerseke het plan deze gewassen te gaan kweken, dat na een bijeen komst van agrariërs, biologen, oesterkwekers en natuurbeschermers vaste vorm kreeg. Het toen malige Delta Instituut voor Hydrobiologisch On derzoek, thans het Centrum voor Estuariene en Mariene Oecologie van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek, en de nv de Bath- polders besloten om een kleinschalige proef- kweek op te zetten in de volle grond, buiten dus, op een speciaal daarvoor aangelegd akkertje in de Eerste Bathpolder. Ecologie van zoutplanten in het kort Scholplanten zijn specialisten, die zijn aangepast aan een min of meer regelmatige overstroming met zout of brak water. De mate van aanpassing verschilt van soort tot soort. Dat is ook de reden waarom in schorren een zonering wordt aange troffen langs de hoogtegradiënt, dus van de laag- waterlijn naar de dijk toe. Deze zonering wordt bepaald door de frequentie van overstroming. Vaak overstroomde delen van het schor hebben meestal een min of meer permanent met water verzadigde bodem, waardoor de wortelstelsels een slechte beluchting hebben. Planten van het lage schor zijn aangepast aan een dergelijke slecht beluchte bodem: vaak hebben deze plan ten inwendige luchtkanalen die van cle spruit naar de wortels lopen en deze op die manier van zuurstof voorzien. Plantensoorten van het hoge schor zijn minder aangepast aan een waterverza- digde bodem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 15