14 ZOUTPLANTE' Afb.5- Drs. H. Eversdijk voorzitter van de Stichtin Mariene Cultures Ooster schelde plant de eerst zeeasterplanten uit op he proefveld te Burgh-Haam stede. Het overstromende water bepaalt tevens het zoutgehalte van de bodem. In de lage delen van het schor, die frequent overstromen, is het zout gehalte van de bodem min of meer gelijk aan dat van het overstromende water. In de hogere delen van het schor, die slechts zo nu en dan overstro men, fluctueert het zoutgehalte van de bodem soms aanzienlijk. Tussen twee overstromingen in kan het in droge perioden, door verdamping van het bodemvocht, stijgen tot waarden die ver bo ven die van het overstromende water liggen, ter wijl in natte perioden juist een verlaging van het zoutgehalte van de bodem kan optreden. In een estuarium als de Westerschelde is het zoutgehalte van het overstromende water niet overal hetzelfde. Dichtbij de monding van het estuarium is het water zouter dan meer stroom opwaarts, waar de invloed van het zoete rivier water groter is. Met name in de lage delen van het schor bepaalt het zoutgehalte van het over stromende water het zoutgehalte van de bodem. Daardoor worden echte zoutplanten, zoals zee kraal met name in het zoute gebied van het estu arium aangetroffen. Stroomopwaarts verdwijnen deze soorten geleidelijk om plaats te maken voor andere soorten, die minder afhankelijk zijn van een zoute bodem. Soorten als zeekraal en zeeaster stellen heel speciale eisen aan hun milieu. Zeekraal heeft ab soluut een zoute bodem nodig, omdat deze zout gebruikt voor de stevigheid van de plant. Zee kraal neemt via zijn wortels samen met water zout uit de bodem op. Dit zout komt in de cellen terecht, die als gevolg daarvan ook water opne men, waardoor de concentratie van het celvocht weer in evenwicht komt met de zoutconcentratie in het omringende vocht. Door deze waterop name komt de celwand onder een bepaalde spanning te staan, net als een fietsband. Dit zorg voor de stevigheid van de zeekraalplant. Zeekraa heeft absoluut zout nodig en heet daarom eer obligate halofyt (zoutplant). Andere soorten heb ben andere voorzieningen voor de stevigheid vai hun weefsels, bijvoorbeeld houtige structuren. Bij de zeeaster ligt dat anders. Zeeaster groeien wel graag op een natte bodem, maa hebben niet absoluut zout nodig. Als er toch zou met het water via de wortels naar binnen komt wordt dat opgeslagen in de bladeren. Als deze doodgaan en afvallen, is de plant het zout wee kwijl. Het in het blad opgeslagen zout geeft dt specifieke smaak aan de zeeasterbladeren. An dere plantensoorten hebben voorzieningen on zout actief uit te scheiden. Omdat dit soort plan ten niet absoluut zout nodig hebben, heten ze fa cultatieve halofyten. Zowel zeekraal als zeeaster moeten dus in eer zoute vochtige bodem gekweekt worden: zee kraal omdat het zout nodig heeft om gezond tt blijven, zeeaster om de bladeren de gewenstt smaak te geven. De akker waarop deze planter groeien, moet daarom met enige regelmaat wor den bevloeid met zout water. Dit water komt uit eindelijk via drainage in de sloot terecht. He heeft daardoor echter ook zijn invloed op de aan grenzende akkers, waar misschien planter groeien die niet tegen zout water kunnen. Zo doende is de teelt van deze gewassen geen sine cure. Bovendien, waar haal je zout water van daan? Hel project 'Saline Crops' Voordat een nieuw gewas op economisch verant woorde wijze kan worden geteeld, moet aan eei

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 16