16 ZOUTPLANT N Tabel 2. Globale resultaten van het 'Saline Crops'-project Zoutgehalte van de bodem (g zout per 1 bodemvocht) Bevloeiing met zout water Bevloeiing met zoet water Bemesting Kieming in wilde populaties Opbrengst in Nederland Opbrengst in Portugal Ziekten Probleemplanten en -dieren Zeekraal Salicornia europaea) 12 - 18 (30 - 50% zeewater) Constant natte bodem Tijdens kieming NPK 7:14:7 (biologisch) 90% 20 t/ha (1 oogst per jr.) 20 t/ha (1 oogst per jr.) Geen bekend Andere zoutplanten Ganzen Zeeaster (lamsoren) Aster tripoliurn) 6-12 (20 - 30% zeewater) 1-2 maal per week Tijdens kieming en in droge periodes NPK 7:14:14 250 kg/ha na zaaien en/of planten 40 - 60% 23 - 30 t/ha (4-6 oogsten per jr.) 80 t/ha (6 - 10 oogsten per jr.) Fusarium (schimmel) Andere zoutplanten Insecten (weinig) Konijnen Ganzen Zeebiet (Beta maritima) 6 (20% zeewater) Zo nu en dan Tijdens kieming en in droge periodes NPK 7:14:14 100 kg/ha 80 - 100% 34 t/ha (2 oogsten per jr.) Geen bekend Andere zoutplanten Insecten (veel) Ganzen Voordat deze gewassen een winstgevend pro duct opleveren, moeten zowel de veredeling als de verbetering van de zaadkwaliteit voldoende ver zijn gevorderd. Zo zijn bij een gewas als lamsoren planten met veel blad gewenst die lang vegetatief blijven en waarvan meerdere malen kan worden gesneden. Tevens is het van belang een zo uniform mogelijke teelt te verkrijgen om het gewas mechanisch te kunnen oogsten. Ook de kwaliteit van het zaadmateriaal is heel belang rijk. Een practicus moet weten hoeveel planten hij van een bepaald aantal zaden kan krijgen. Dit percentage hoeft niet dichtbij de honderd procent te liggen, als het maar constant is. Hierop kan ook veredeld worden. Veredelingsprogramma's hebben een looptijd van minimaal tien jaar. Tij dens het 'Saline Crops'-project is slechts in be perkte mate aandacht besteed aan marketing, aan fase 3, de productie, geen. Tot slot In Nederland worden momenteel op enkele plaatsen lamsoren verbouwd op commerciële schaal. In Friesland gebeurt dit in zomerpolders die periodiek onder water lopen. De oogst is goed, maar de opbrengstverschillen van jaar tot jaar zijn nogal groot. De planten zijn niet erg uni form en ook hier loopt men tegen het gebrek aan veredeling aan, evenals tegen het ontbreken van een zaadvoorraad voor herzaai of bijzaai. Ook de teelt van zeekraal wordt daardoor belemmerd. Dit is een eenjarig gewas dat dus elk jaar wet r uit zaad moet worden opgekweekt. Enkele partners uit het 'Saline Crops'-proje t zijn na beëindiging van dit project doorgegaan 11 Portugal en op het proefveld in Haamstede. E resultaten zijn bemoedigend. De prognose is d: t er over vijf jaar drie hectare zeekraal en tien het - tare lamsoren voor de Nederlandse markt kunnen worden verbouwd bij gelijkblijvende groei in c vraag (tabel 3). Dat is weinig natuurlijk, ma; r veel van deze gewassen worden nu al geëxpo - teerd, onder meer naar België, Frankrijk en Duit - land. Die consumptie is in tabel 3 niet meegere - kend. Was dat wel het geval, dan zouden d e consumptiegetallen op zijn minst verdubbeler Bovendien wordt zo'n nieuw gewas pas geleide lijk bekend. Broccoli is daaivan een voorbeelc Deze groente wordt al sinds begin van de jare i tachtig in ons land gekweekt, maar op een zo kleine schaal dat het niet in de statistieken teru te vinden is. Sinds een tiental jaren heeft dit ge was echter een stormachtige groei doorgemaak onder andere doordat de grootwinkelbedrijve i deze groente gingen verkopen. Of ook lamsore en zeekraal een dergelijke stormachtige groei zu - len doormaken in Nederland de tijd zal het lt- ren. Noten 1. H.T. Waterbolk, 'Oude bewoning in het Wac- dengebied'. In: J. Abrahamse, W. Joenje en F

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 18