johan hendrik van dale 21 vonden? Voor beide functies was een verhuizing naar Leiden onontkoombaar. In ieder geval wei gert Van Dale. W aarom weigerde Van Dale? Zoals gezegd werd Van Dale bij de Middelburgse bespreking in juli 1867 voor de eerste keer ge vraagd. Dit verzoek bleef aanvankelijk vertrouwe- lijk. Een eeuw lang werd aangenomen dat Van Dale weigerde, omdat hij Sluis niet wilde verla ten. Die stelling, door P.J. Meertens verkondigd, is volstrekt onjuist. Van Dale heeft wel degelijk zeer serieus overwogen zijn naam aan het wnt te verbinden. In het Archief en Museum van de Vlaamse cultuur te Antwerpen heb ik enige tijd geleden een voor een Van Dale-speurder impor tante vondst gedaan, namelijk ruim dertig totnog- ti >e onbekende brieven van de schoolmeester uit Sluis aan één adressant, de Vlaamse onderwijs- n an Frans de Cort.1" Hoe serieus Van Dale in on- d' rhandeling geweest is met het wnt blijkt zo goed als zeker indirect uit een passage in een v, n die brieven. Van Dale schrijft aan deze Frans de Cort op 10 maart 1868. Om de bewuste pas sage te kunnen interpreteren is achtergrondken nis en enig rekenwerk vereist. Eerst iets over de context van de brief. Van 1 ale kende Frans de Cort niet persoonlijk, maar hij stuurde hem af en toe een artikel ter publica- t; waardoor een schriftelijk contact was ont staan. Frans de Cort was onder meer redacteur van het onderwijsblad De Toekomst, dat vooral over het taalonderwijs in Vlaanderen publiceer de.11 In de brief meldt Van Dale dat hij De Cort reeds lang een geleend boek terug had willen sturen; het is er door ziekte niet eerder van geko men. Ook had hij zijn correspondent graag per soonlijk willen leren kennen op het taalcongres te Gent, maar helaas is dat niet doorgegaan. En dan komt de bewuste passage: 'Daar ik echter de volgende week met mijne Vrouw naar Leiden moest, heb ik van mijn uitstap naar Gent moeten afzien.' Met enig rekenen is vast te stellen wan neer 'de volgende week' precies was. Het Taai er Letterkundig Congres vond in Gent plaats in augustus 1867. De deelnemers werden met veel vertoon ontvangen op zondag 18 augustus en het congres duurde de hele week. Die congressen, waar schrijvers, bestuurders, wetenschappers en onderwijsmensen kwamen, waren voor het taal- t nderwijs, de taal- en letterkunde en de taalpoli- t ïk enorm belangrijk. Zo namen de congressen besluiten over het dagbladzegel, de taal bij de rechtbanken in Vlaanrs-België, maar ook het ini tiatief voor het wwris door het Taal- en Letterkun dig Congres genomen.12 Van 1849 tot 1899 wer den 25 congressen gehouden. Eén keer, in 1872, vond het taalcongres in Middelburg plaats, wat Afb.2. Matthias de Vries. Foto particuliere collectie. voor die stad een geweldige gebeurtenis was. Helaas overleed Van Dale in mei van dat jaar, zodat we niet weten wat voor rol hij op die bij eenkomst had kunnen spelen: hij werd op dat congres herdacht door de eerder genoemde Rot terdamse schoolmeester, Arie de Jager, en zijn boezemvriend, ds. H.Q. Janssen uit St. Anna ter Muiden, dankte voor de toespraak.13 Als Van Dale in augustus 1867 naar het Gentse congres was gegaan, had hij een paar interes sante dingen meegemaakt. Hij had daar bijvoor beeld Multatuli kunnen ontmoeten, die twee toe spraken hield: één op het eigenlijke congres en één op de feestelijke bijeenkomsten ter gelegen heid van het congres. Matthias de Vries sprak er ook en was volgens Multatuli aardiger dan hij op gemaakt had uit de kritische stukken over hem van Van Vloten. Over L.A. te Winkel, die geen congresrede hield, was Multatuli ronduit opgeto gen." Van Dale had De Vries reeds eerder per soonlijk ontmoet, waarschijnlijk voor het eerst in Damme, toen De Vries op zondag 9 september 1860 bij de onthulling van het monument van Ja cob van Maerlant een hooggestemde rede hield.15 Bij die gelegenheid heeft De Vries tegenover Van Dale de irreële indruk gewekt dat zijn woorden boek van het Middelnederlands, dat het Neder lands uit de periode voor het wnt zou moeten beschrijven, nagenoeg voltooid was, zoals blijkt uit een brief die hierna nog aan de orde zal ko men.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 27