30 genootschapsverzamelinge: Afb.3. Illuminatie van het huis van Pieter van Goethem in 1731. ZA, coll. KZGW. Zel. III. 111-222 I. op cle grond rustende vleugels waarin een chassi- net met mozaïekpatroon. Boven de deur kon men de stadhouder in een door vier paarden ge trokken triomfwagen bewonderen, bestuurd door de Vrede en begeleid door de Faam met op de achtergrond de stad Vlissingen en een opgaande zon, uiteraard een toespeling op de voorspoedige tijden die Vlissingen in de jaren daarna tegemoet mocht zien. In de ramen ter weerszijden van de deur waren eveneens chassinetten met zinnebeel den aangebracht. Aan de ene kant was een oran jeboom te zien met daaronder figuren die de Godsdienst, de Standvastigheid, de Gerechtig heid, de Getrouwheid, de Vrede, de Vrijheid en de Koophandel uitbeeldden met het motto 'Spes Nostrae Salutis' (onze hoop op heil). Aan de an dere kant werd de Gouden Eeuw allegorisch voorgesteld, een periode in de geschiedenis van de Republiek die zich volgens Van de Mandere kenmerkte door rust, vrede, vreugde en over vloed. Ook hier was een tekst te lezen, die zin speelde op het terugkeren van deze goede oude tijden onder de bezielende leiding van de nieuwe stadhouder. Maar liefst 450 glazen potjes met vet verlichtten dit huis. Raad en oud-schepen Willem Hurgronje hield het eenvoudiger. Voor zijn huis stond een met 82 glazen verlichte praalboog, waarin alleen de wa pens bovehin van achteren beschenen werden. Zijn collega Pieter van Goethem had het grootser aangepakt. Fraai geschilderde piramiden, lofwerk schelpen en spuitende fonteinen werden op ziji gevel door 330 brandende vetpotjes geaccentu eerd. De drie chassinetten waarop de Gods vrucht, de Getrouwigheid en de wapens van Wil lem iv te zien waren, had van Goethem boven e: naast de voordeur laten plaatsen. De mooiste decoratie was te zien voor de wo ning van de rentmeester van de prins, raad e.i oud-schepen Bernard Mauritz. Over de hel breedte van zijn huis had hij een houten staketsel op laten richten, die een met uitbundige decora ties versierde praalboog met vijf doorgange i voorstelde. De Middelburgse schilder Jan Hui s had het geheel met 'zeer leevendige verwen' bi - schilderd. Op de zes pilasters was een overdaa I aan lofwerk, koralen, schelpen, oranjetakken, v; - zen en hoorns van overvloed te zien. Waterspi - wende satyrkoppen en zwanen vulden de pilas ters, terwijl het geheel met het portret van d stadhouder bekroond werd. Mauritz' gevel wa niet geïllumineerd. Slechts de praalboog wer door zes flambouwen verlicht, een schitterend' creatie in weelderige rococostijl, die zeker alom de aandacht getrokken zal hebben en zonde' twijfel behoort tot het fraaiste wat in de Repu bliek ooit aan tijdelijke decoraties door particulie ren is opgericht. De inhuldiging van Willem v Veertien jaar later deed zich opnieuw de nood zaak voor de Vlissingse binnenstad ter ere van dt intrede van een nieuwe erfheer te versieren. Stadhouder Willem v zou op 30 mei 1766 inge huldigd worden. Burgemeester Van Dishoucl vroeg bij deze gelegenheid zelfs de Antwerpse architect Jan Pieter van Baurscheit om advies. Op Van Dishoucks vraag over hetgeen in Vlaan deren bij dergelijke inkomsten gebruikelijk wa: antwoordde deze architect: 'Die bestaen bij all fatsoenelijcke lieden in witte wasse flambauwen en die worden gestelt tusschen de vensters va: i de eerste staegie ofte boven caemers. De schepe nen van de stat stellen daer ordinaeir twalf, cl Borgemeesters hachtien en persoonen van meer der rang vier en twintich, immers soo veel als he hun gelieft en tusschen de vensters van alle de staegien tot boven toe en die flambauwen wor den gestelt in houte effen blakers sonder veel fat soen.' Lantaarns, zo deelde Van Baurscheit nog terloops mee, hing men alleen aan kerktorens. Van Dishouck vond dit duidelijk maar niets. Voo de schitterende versieringen van 1751 wou hij niet onderdoen, temeer niet daar het centrale vuurwerktheater dat de stad ter gelegenheid vai de inhuldiging liet afsteken, voor zijn huis aan dt Houtkade op een vlot in het dok zou worden op gesteld. Hij besloot zijn woning op de gebruike

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 36