ociëdS q?sDmpS
Q
lil —li i
q<S5) <§q8co«S«j ëcoé«DÖ5cfeeo«©s3 fSö
éëöcj (jëi) cpu öiS®ëö«xb ^éaü Sm^o-ö-sj
e^tfcötscfa KoStWïuótjaDsj.
co(5c)^ q^sDc^öcS
tp«c?3S;6«) sé®®.
ccöfed^S q^oSjöcS
c&6ë-Bns;6c3«3.
qö(sc)^ q^cqöcS
ÊC3.-6&4 ®«o®é<Deo
«ö(§C)«D q^DdjqöcS
£§Ö|)Ö6v<ÖL2> ê^8ö oosaS ÉödjS* CPC
OKttD.
qco(<5c)a3 q^rcqc):
fjës1 sSö^ö&jtwoeo <sca<êc6z) GoaifëeoêZ)tos>
r"ë'J-' JScö D6v_,wo C5&) cj>K2-.'ëecéöw<D è)no.
(i)cocX_>E)!59^G3oc)cjfi? eOfloëoo cX^c)cs}w0f)tD o^oëoa
(J
©c««)3ö» 3>X9ro ®ócj-.o5as5 (^é»j «SqpdL-
6to?o écioeo coè ëc^S'?örtf <^>X?)&.?D<97)«OSD.
qo(3DOüo«:c32S)ó«^) o@^=
(9Ö«J CC^C52sè)G)
01
c^-möoDw
S)£9-
SÊiÖtD..
CA ii8«E> Saé^'öS tS:r(E0t'ëco ene?
^C }t «>Ï>KÖ éooë^rjDrpÊÈ^Da^KÖc a
V'S« Sdc-rcc) Stem&ëco ëakdeero tSa®c)
u (J
cd éqzgcow 5®ö®oë» tvS ëSsfcéwêco
8cj*3D 8t)rJëÖ® MS3@gS
'ÖCJ
fV.TjS5SX.">
<p6(g:a)-j
Ès.€e:<êco tj^aoö w^Scoc) ï^vt^Stodsé ej>5»
o>' r-s «3. cjrr;*
■fgQOw.
Figuur 4.
De in het Singalees vertaalde tekst van de Heidelbergse
catechismus werd in 174] in opdracht van de voc in Colombo
gedrukt. Vele jaren later verwierf het Genootschap een
exemplaar van dit curieuze werk. Coll. kzgw.
dagelijks met de collecties in de weer zijn maar
ook voor wie beseft welk licht deze collecties
op de geschiedenis van Zeeland en op de
achttiende- en negentiende-eeuwse wetenschaps
beoefening werpen. Dan krijgen de bezoarstenen
en het draakje op sterk water naast het portret
van Naerebout en het wiel van Michiel de Ruyter
hun rechtmatige plaats in de Zeeuwse geschie
denis. Wie de achtergrond van de spullen kent
en de redenen om ze te bewaren, wie beseft
dat dit voorheen zwervend goed inmiddels uniek
erfgoed is geworden, moet vanuit die kennis
verantwoordelijkheid nemen. Historisch besef
maakt schatplichtig.
Verantwoording
Dit artikel is gebaseerd op de lezingen (met discussie) die
werden verzorgd tijdens het symposium Van zwervend
goed tot erfgoed; De oudste verzameling van het Zeeuws
Genootschap in een nieuw perspectief, dat op 30 augustus
2002 in samenwerking met het Zeeuws Archief te
Middelburg werd gehouden. Sprekers waren: B.C. Sliggers
(over de verzamelende geleerde genootschappen in
Holland), dr. H.J. Zuidervaart (over Zeeuwse particuliere
verzamelaars in de zeventiende en achttiende eeuw),
drs. A.C. Meijer (over de verschuiving van rariteiten naar
heldenverering), drs. C.E. Heyning (over de achttiende-
eeuwse verzameling van het Zeeuws Genootschap),
drs. F. van der Doe (over de oudste etnografica van het
Zeeuws Genootschap), FA.D. van Nieulande (over de
oudste natuurhistorische voorwerpen van het Zeeuws
Genootschap), en tenslotte drs. Ch.E. van Rappard-Boon
(over het cultureel belang van oude verzamelingen).
Met vriendelijke dank aan de sprekers voor het welwillend
ter beschikking stellen van hun teksten.
Voor meer informatie over de achttiende-eeuwse verzameling
van het Zeeuws Genootschap zie: 1769-1919: Gedenk
boek uitgegeven ter gelegenheid van het anderhalve-
eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen te Middelburg (Middelburg, 1919):
Spiegel van de tijd: 225 jaar verzamelen door het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
(Middelburg, 1994); Hef Zeeuws Genootschap:
erfgoed in beweging. Themanummer van het tijdschrift
Zeeland 10/0 (januari 2001): Zuidervaart, H.J., 'Het
Kabinet der Natuurlijke Zeldzaamheden van het Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen 1771-1869'. In: B.C.
Sliggers en M.H. Besselink (red.): Het verdwenen
museum: natuurhistorische verzamelingen 1750-1850
(Blaricum/Haarlem, 2002).
Van zwervend goed tot erfgoed
151