Geschiedschrijving in Zeeland (4).
De verbeelding van het verleden
Als het kleine schoolmeisje Mathilde bij de gvr -
de Grote Vriendelijke Reus - in zijn grot zit en
alle potjes met dromen bekijkt die de gvr heeft
gevangen, leest zij op een van de etiketten
de beschrijving van wat een supergoede droom
belooft te worden. Zowel voor jongens als
voor meisjes zal die droom fantastisch zijn
(want jongens willen heel andere dromen dan
meisjes), ook voor de Zeeuwse historici (m/v).
In de taal van de gvr een 'joepie-droom', een
'gloeigoeie', want Roald Dahl laat de gvr een
prachtig taaltje gebruiken. Op het etiket van
het potje met de rustig klotsende droom staat
een korte inhoudsbeschrijving in de taal van
de gvr: 'Ik heeft een boek geschreven en het is
zo spannend dat niemand het weg kant leggen.
Zodra je de eerste zin gelezen heeft, is je er zo
verslaafd aan datje niet kant stoppen voor de
laatste bladzijde. In alle steden loopt mensen
tegen elkaar op te botsen omdat hun gezichten
in mijn boek begraven is en tandartsen leest
het en probeert tegelijk kiezen te vullen.
Maar niemand kant het wat schelen want
ook in de tandartsstoel zit mensen te lezen,
autorijders leest onder het rijden en overal in
het land is er botsingen. Hersensjirurgen leest
onder het opereren van hersens en piloten
leest het en vliegt naar Timboektoe in plaats
van Londen. Voetballers leest het op het veld
omdat zij niet kant ophouden en olympische
hardloopkampioenen leest onder het hardlopen,
ledereen moet weten hoe het afloopt en als
ik wakker word tintelt ik nog van opwinding
omdat ik de grootste sgrijver is die de
wereld ooit gekend heeft...'. Het zou de droom
van de historici in Zeeland kunnen zijn, als wij
de laatste regels van de droom even buiten
beschouwing laten, die luiden: '...tot mijn
mamma binnenkomt en zegt: "Ik heeft gister
avond jouw taalsgrift eens bekeken en echt,
je spelling is versgrikkelijk en je leestekens
ook'".
J.L. Kool-Blokland
is historica bij het
Waterschap Zeeuwse Eilanden.
Daarnaast heeft ze
freelance opdrachten.
Zoals Kees Slager in de vorige aflevering schreef,
zouden meer boeken over de Zeeuwse geschie
denis een vleugje van deze joepie-droom'
moeten meekrijgen. Kees Slager begint zijn
bijdrage met een reactie op de laatste zin en de
allerlaatste noot van Jan Zwemer, waarin hij
de meerwaarde van het gebruik van interviews
in de geschiedschrijving aangeeft. Ik wil hier
met het bovenstaande citaat instemmen met de
hartenkreet van Kees Slager op zijn middelste
pagina. Een goed leesbaar, historisch verantwoord
boek, daaraan is een grote behoefte. Uiteraard
geldt dat niet alleen voor Zeeland en anders dan
Kees Slager, die redelijk in mineur is over de
stand van zaken in Zeeland, ben ik daar toch
positiever over gestemd. De laatste decennia
zijn er in Zeeland tal van interessante boeken
verschenen. Niet alleen de befaamde 'pracht
boeken' met mooie lay-out en veel foto's,
waaraan De Koperen Tuin met destijds Jan
Bruijns veel heeft bijgedragen, of het boek over
de Nederlandse delta, het jubileumboek van de
Deltadienst en het Delta Instituut, of iets
bescheidener het Van de Perreboek, 1000 jaar
Walcheren of Hulsterambacht. Ik bedoel ook de
inhoudelijk prachtige boeken waaraan een
gedegen studie ten grondslag ligt, waarbij voor
mij het landbouwboek van Peter Priester een van
de toppers van de laatste tijd is. Misschien geen
spannend 'joepieboek' uit de droom van de GVR,
maar wel een boek barstensvol materiaal,
ontwikkelingen en analyses. Overigens laat het
'verhaal' daar wel een steek vallen. Dat is zeker
niet het geval met het boek van mevrouw
Kramer-Vreugdenhil over de oorlogsjaren op
enkele Walcherse dorpen, dat goed leesbaar is en
vlot geschreven. En ook de verzamelde opstellen,
uitgegeven ter gelegenheid van het afscheid
van P. Henderikx als hoogleraar in de
Nederzettingsgeschiedenis van de Nederlanden
in de Middeleeuwen, Land, water en bewoning
leest uitstekend en roept het beeld op van de
omstandigheden waaronder de eerste mensen in
middeleeuws Zeeland woonden en handel dreven.
Datzelfde geldt overigens voor het al langer
geleden verschenen boek van C. Dekker over de
waterstaatsgeschiedenis van Zuid-Beveland.
Dat boek is een monument.
Geschiedschrijving in Zeeland (4)
121