bezittingen enorm vergroot en zijn sociale status aanzienlijk verhoogd. De vondst van een uitvoerige brief van de Amsterdammer Johannes Kinker aan diens zoon, de man waar het hier over gaat, was de aanleiding voor een exploitatie van het archief Michiels van Kessenich en het schrijven van dit artikel. Niet de importantie van Alexanders loopbaan of het gewicht van zijn publicaties rechtvaardigen de hier gegeven levensschets, maar de talloze gegevens over het dagelijks leven van een familie uit de bezittende klasse, alsmede de persoonlijke aantekeningen van Alexander, geven ons een prachtig inzicht in zijn leven. Een groot deel van het jaarboek wordt gevuld door 'Kerken en kerkgangers in Vaals van de Staatse tijd tot op heden', door W.A.J. Munier. In deze studie vormt de verhouding tussen katholieken en protestanten de hoofdschotel, waarbij alle aandacht wordt gewijd aan de verschillende geloofsgemeenschappen die Vaals heeft gekend of nog kent. De auteur tracht alles van de kerkgang en wat ermee samenhangt, zoals de bediening van de sacramenten en de onderlinge verhoudingen in het maatschappelijk leven, onder de loep te nemen. Mij komt tot de con clusie dat echte oecumenische gedachten slechts bij enkele inwoners leven. De onderlinge betrekkingen tussen de verschillende kerkgenoot schappen zijn nogal afstandelijk. De auteur schaart zich van harte achter een passage uit het hogepriesterlijk gebed van Jezus bij het Laatste Avondmaal: 'Ut omnes unum sint, ut mundus credat' (dat allen één zijn, opdat de wereld gelove). Van hetzelfde Limburgse Genootschap is het boek: Een bijzondere nalatenschap; meubeltekeningen in de albums van Matthias Soiron, door W.E.S.L. Keijser-Schuurman. Het Rijksarchief in Limburg bewaart sedert 1930 ongeveer de helft van de zogenaamde 'Soiron albums', een verzameling tekeningen, die door de Maastrichtse architect Soiron bijeengebracht is. Het uitzonderlijke van Soiron is zijn besluit om alles wat hij gedurende zijn leven de moeite van het (na)tekenen had gevonden, bijeen te brengen. Hij werkte vooral op kladjes en schetsen, die aanvankelijk bedoeld waren als geheugensteuntje. Hij wilde welbewust het nageslacht een kijkje in woning en kamer van families in Maastricht en omgeving bieden. De verzameling bevat kopieën van eigen ontwerpen, maar ook van ontwerpen van meubelen of bouwwerken die hij op kijkdagen van veilingen of in woningen van vrienden gemaakt heeft. Zoals veel architecten van zijn tijd hield Soiron zich met de meest uiteenlopende dingen bezig. Naast huizen met binnendecoratie en tuinen, kerken, pastorieën en vestingwerken, vinden we bijvoorbeeld ook een verrijdbare ladder om bomen te snoeien, allerlei hang- en sluitwerk voor hekken en poorten, een rolstoel en veel meer. Na een lange inleiding over leven en werk is het boek gevuld met tekeningen met beschrijving. Adriaan van de Venne was een zeventiende-eeuws dichter en tekenaar, werkend en wonend in Zeeland. Hij werkte mee aan de bundel De Zeeuwsehe Nachtegael, maar zijn naam is vooral bekend gebleven door de samenwerking met Jacob Cats: bij het werk van de laatste maakte Van de Venne vaak de prenten en uit deze samenwerking ontstond een aantal emblematabundels. Verrassend is voor Zeeuwen het artikel 'De val van Oldenbarnevelt: de "zeef- prenten" van Adriaen van de Venne', in Holland, Historisch Tijdschrift, door A. de Snoo. Een van de intrigerendste historieprenten van Van de Venne is de Rechtveerdighe Sifte, die het uitzeven van de Arminianen uit de samenleving voorstelt. Op de prent is vrouwe Justitia benoemd, verder slechts de personen per groep. De Nassouwsche Kracht bestaat uit de prinsen van Nassau: Maurits, diens neef Willem bodewijk en zijn broer Ernst Casimir. De tweede groep wordt aangeduid als de Mogende Macht of de Staten van de Lant. In de tekst van de Rechtveerdighe Sifte staan maar drie woorden in hoofdletters weergegeven: Mauritius, zee-lant en justitia. Dat Zeeland als enige provincie zo prominent genoemd is, is niet vreemd: Zeeland was Maurits' eigen provincie, hij was daar eerste edele; Zeeland telde veel fanatie ke contraremonstranten en de ontwerper van de 160 Aanwinsten ruilverkeer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 42