De keuze die men maakt, hangt af van de lokale omstandigheden, dus kort gezegd van de grootte van het stroomgat enerzijds en de het beschik bare dichtingspotentieel anderzijds (mankracht, materieel en bouwmateriaal zoals zandzakken, steen en caissons). Om verdieping en verbreding van een stroomgat tegen te gaan en geulont wikkeling te remmen, brengt men een bodem bescherming aan. Die bodembescherming bestond in 1953 nog overal uit de klassieke rijshouten zinkstukken. Als het stroomgat klein is, de ondergrond uit klei bestaat en men snel kan sluiten, dat wil zeggen binnen enkele dagen of weken, is zo'n 'bezinking' niet nodig. Bij het sluiten maakt men onder andere onderscheid tussen een plotselinge sluiting - tijdens een kentering of in de periode tussen laag- en Figuur 5. Dichting stroomgat Anna Vosdijkpolder. Verslag, fig'. 4.172. SITUATIE MQStgot stikken PhJUpskxvj Duivelend sitootie doorbraak schaal Mastgat gfT - Annaiordj kfér "5^t^nïvqjan6" Z" T z schoot slikken Polder hofstede STROOMGAT IN ZEEDUK MET DATUM VAN SLUITNG öcschaokjIng zéeojk DOORBRAAK IN 8INNENDUK KLEI ZAKKEN DAM toestand 's morgens 20 februari 1953 gezonken bak met afgesprongen dek DOORSNEDE KLEIZAKKENDAM bekisting van perkoenpalen en boddi'nghout slikken toestand 's avonds 20 februari 1953 ,KLEtZAKKENDAM scfnooi klei dik Q30m*5.8O" Anno Vosdljk poWer basolt glooiing bestaande glooiing HA.Pj! oorspronkelijke zeedijk—»^ DWARSPROFIEL NIEUWE D'JK LANG 200m 6 Dijkdoorbraak en -herstel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 7