'Lieve beste Piet'. Uit de brieven van de ouders Zeeman-Worst h™r.m$Wedikont aan hun zoon Piet Zeeman, in de periode 1862-1905 bjdeKonmkij^Mannc. L.M. Verseput in Kerkdriel en Vlissmgen n- -t I i en vlootpredikant Pieter Zeeman, de latere hoogleraar en Nobelprijs winnaar Natuurkunde, werd op 25 mei 1865 geboren in Zonnemaire, als zoon van de hervormde predikant Catharinus Forandinus Zeeman (1828-1906) en de domineesdochter Willemina Worst (1828-1907). Een jongere broer van Piet was Johannes Flubertus Zeeman (1868-1945), Bert genaamd, die in 1884 als adelborst werd ingeschreven op het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Fielder. Deze eindigde zijn loopbaan als vice-admiraal. Andere kinderen stierven jong of kwamen levenloos ter wereld. Piet en zijn broer Bert bezochten eerst de lagere school in hun geboortedorp en later de hbs in Zierikzee. Vijfjaar lang reed hij iedere dag met andere jongens met paard en wagen heen en terug de tien kilometer lange weg naar school, zoals hij later in 1937 in een bijdrage voor de schoolkrant Contact \ian de hbs zou schrijven. Hij deed in 1882 eindexamen. Hij wilde wis- en natuurkunde studeren, maar men moest toentertijd om te kunnen promoveren Latijn en Grieks leren. Daarom werd hij bij dr. Lely, conrector van het gymnasium in Delft, in de leer gedaan. Vanwege de zwakke gezondheid van zijn vrouw moest dr. Lely buiten gaan wonen. Hij huurde een deel van het jachtslot op het landgoed De Raaphorst te Wassenaar, onderdeel van het koninklijk domein De Horsten, waar prins Willem-Alexander zal gaan wonen. Pieter Zeeman schrijft in het hierboven geciteerde schoolkrantartikel dat hij liever boeken over natuurkunde en wiskunde las en op het fraaie buiten rondliep, dan Latijn en Grieks te studeren. Hij ontmoette op De Horsten Leidse hoogleraren als Kamerlingh Onnes, Van der Waals en Lorenz. Correspondentie De latere professor Zeeman heeft de brieven bewaard die zijn bezorgde moeder en vader schreven. Als zeventienjarige jongen moest hij het warme gezin van vader, moeder en zijn broer Bert verlaten. In hun brieven houden ze hem op de hoogte van wat er thuis en in het dorp gebeurt. In een brief van 18-2-1883 schrijft zijn moeder: 'Hoe graag had ik je nog bij ons gehouden, maar lieve jongen het is voor U bestwil en als we het goede maar van Li horen, datje gezond zijt, braaf oppast, zijn we tevreden en getroosten ons graag je gemis, en hopen op de vakantiedagen om elkander weer te zien.' Op I maart 1883 schrijft zijn vader: 'Zondag gingen wij met ons tweeen, naar Fr. van den Bout, waar ik een par tijtje schaak speelde, en Bert ons kwam halen. Maandag gingen wij bij van Stalen op een glas wijn en een boterham. Zoo gaan we nogal eens uit.' Zijn moeder schrijft op dezelfde datum: 'Het spijt me datje zo verkouden was. Die brief kaart in 't Grieks was wel aardig, maar ik kon hem niet lezen.' Op 16 maart schrijft ze: 'lk kan best begrijpen datje de dagen telt datje thuis komt. Wij doen het ook. We zitten geheel in de sneeuw. De vrouw van bakker van Leersum is overleden en vrouw Smalheer. Gisteren is pa bij de eerste op begrafenis geweest.' 7 april 1883 (nadat ze eieren naar hem hebben opgestuurd): 'Jammer dat de eitjes gekneusd waren, maar gelukkig toch niet alle. Pa is lid geworden van het Zeeuws Genootschap!' Op 28 april vermelden zij dat de familie verhuisd is naar de nieuwe pastorie aan de Zuidweg in Zonnemaire. 'Gisterennamiddag zijn wij behouden in ons nieuwe huis aangekomen, waar we gisteren het eerst aten en vannacht het eerst sliepen.' Van de nieuwe pastorie legde Bert de eerste steen, blijkens een klein steentje aan de noordkant van het huis. In haar brieven schrijft mevrouw Zeeman over Bert die op zee is. Bijvoorbeeld 8 februari 1889: 'Het is vandaag en vooral van middag een weer om van te beven, zo geweldig veel regen en wind. Dat zal moeilijk zijn voor 104 Brieven aan Piet Zeeman

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2003 | | pagina 30