ken dat het geschikt zou zijn als rijdier. Naast
gebrek aan voedzaam voedsel was er in de begin
tijd namelijk eveneens een schreeuwend tekort
aan paarden. Helaas bleek de rug c.q. nek van de
giraffe niet erg bruikbaar als zitplek. Terecht
kreeg het dier wel een plaatsje tussen de illustra
ties, net als de klipdas (van Dasseneiland), maar
dit voorrecht werd de pinguïn jammer genoeg
ontzegd. Dan was vast in een klap duidelijk
geweest dat het eten van deze landvogel geen
onverdeeld genoegen moet zijn geweest. De
Kaapse dwergpinguïn is toch een heel ander beest
dan zijn keizerlijke soortgenoot op de Zuidpool,
die als vanzelf in ons brein opdoemt als we het
woord pinguïn lezen.
Meer beelden van de Kaap zouden sowieso
niet misstaan hebben in dit boek. Nu worden ons
vooral de overbekende gravures van Zeeuwse ste
den en dorpen voorgesteld, die misschien voor
niet-Zeeuwen aardig zijn om de link te leggen
met de steeds vermelde geboorteplaatsen van de
leidende figuren uit de verhalen, maar voor Zeeu
wen iets te obligaat overkomen. Terwijl we door
de smakelijke vertellingen vaak erg nieuwsgierig
zijn naar beelden uit de oude kolonie of zelfs naar
beelden van vandaag de dag, waarover de auteurs
vast en zeker in ruime mate beschikken.
Johan de Koning
Peter Priester en Betty Blikman, De kajak van
Zierik en andere verhalen. Uitgeverij Clinkaert,
Voorburg 2015, 156 pp., talloze afbeeldingen,
ISBN 978-94-90084-04-2. 19,95
De ondertitel van dit boek is: 'Voorwerpen uit de
collectie van het Stadhuismuseum Zierikzee', en
dat geeft perfect de inhoud weer. Een groot aan
tal van de meest bijzondere voorwerpen is opge
nomen met een fraaie foto en een interessant ver
haal. Natuurlijk is een deel daarvan specifiek van
belang voor de geschiedenis van Zierikzee (of
Schouwen-Duiveland), maar genoeg voorwerpen
zijn Zeeuws cultureel erfgoed. Of nog belangrij-
Model van de torenspits van het stadhuis van Zierikzee, ver
vaardigd door Johannes van Es, ea. 1730-1780.
122
Boekbesprekingen