Detail van de binnenzijde van de omslag van Dijken van Nederland. ons land wordt nog eens geïllustreerd aan de hand van een hele reeks familienamen. Zelfs Hol- lywoodster Dick van Dyke (Mary Poppinsblijft niet ongenoemd. Een lekker kijkboek dus, met een blik die typisch genoemd kan worden voor ontwerpers, dat vooral imponeert door de fraaie foto's en de overzichtelijke diagrammen en schema's. Vormen, bekledingsmateriaal, associaties, ze omlijsten techniek en prozaïsch degelijk vakmanschap. Over paalwormen, grondsoorten, waterschappen en stormvloeden leren we weinig meer dan de termen zelf, al is mijn kennis daardoor nu wel verrijkt met het woord gabiondijk [een (nood)dijk die bestaat uit of versterkt wordt door prefab flexibele cellen van kunststof aan elkaar te kop pelen of te stapelen]. Kenmerkend is dan weer wel dat het in de ogen van de auteurs de beste dijken zijn die onzichtbaar blijven: dijken dus waar een boulevard overheen gebouwd is, zoals in Scheve- ningen en Vlissingen. Hoezo onzichtbaar? Dat we ons bij het bekijken van die boulevards niet met een realiseren dat het om een waterkering gaat kan ik nog wel begrijpen, maar onzichtbaar? Metershoge muren, taluds, trappen en keringen kan je toch moeilijk onzichtbaar noemen. Mis schien is dat wel het grootste probleem. Vanwege het onontkoombare nut en de overduidelijke aan wezigheid van dijken op talloze plekken is het fenomeen zo evident geworden datje er maar moeilijk een boek over kan maken. Johan de Koning Boekbesprekingen 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2015 | | pagina 41