Boekbesprekingen Fran^oise de Nooijer en Barend Puijpe, De Dry Cla- vers en bewoners van eind 17 eeuw tot 2017 (uit gave in eigen beheer), prijs: 35,- (verkrijgbaar bij Fran^oise de Nooijer en het Zeeuws Archief). Middelburg is de vijfde monumentenstad van ons land. En dat is niet voor niets. De Zeeuwse hoofd stad telt namelijk maar liefst 1144 rijksmonumen ten. Het grootste deel daarvan bestaat uit woon huismonumenten. Sommige bewoners verdiepen zich in de historie van hun huis en dat kan tot mooie publicaties leiden. Zo verschenen bijvoor beeld boeken over De Schaepskoye in de Gort straat (1983), het Van de Perrehuis aan het Hof plein (2000) en recentelijk (in 2015) De Gouden Poorte. Kroniek van een Middelburgse patriciërs woning van de hand van Eric de Roo over een huis in de Wagenaarstraat. Daar kan nu aan toe gevoegd worden De Dry Clavers en bewoners van eind 17e eeuw tot 2017 dat in april 2017 in het Zeeuws Archief ten doop gehouden werd. Achter de prozaïsche titel gaat een fraai boek schuil. Franjoise de Nooijer-Neeteson legt in haar voorwoord uit hoe het zo gekomen is. In oktober 1983 maakte zij tijdens een bezoek aan Middel burg met haar man beeldend kunstenaar Paul de Nooijer voor het eerst kennis met De Dry Clavers in de Vlissingsestraat. Het statige achttiende- eeuwse huis met zijn hoge hal in Hollands classi cisme en grote parkachtige tuin maakte diepe indruk. Het huis liet haar daarna niet meer los. 'Bij de terugreis naar ons huis in Eindhoven spra ken Paul en ik bijna niet met elkaar, want dit was hét huis, maar zou het te betalen zijn?' Ze beslo ten nog een keer te gaan kijken en na de nodige onderhandelingen, die enkele maanden in beslag namen, werden De Nooijer's in 1984 de trotse eigenaars van een bijzonder pand met een rijke geschiedenis. Franjoise besloot zich in de historie van het huis te verdiepen en kreeg daarbij hulp van Barend Puype, die goed thuis is in archiefon derzoek. Voor de vormgeving tekende Paul de Nooijer. Het voorwoord meldt dat door het ver branden van het Middelburgse gemeentearchief in 1940 helaas weinig informatie was te achter- halen. Die bewering wordt eigenlijk gelogenstraft door de inhoud van dit boek. Het is inderdaad waar dat (het grootste deel van het toenmalige) gemeentearchief verloren ging op 17 mei 1940. In het geval van historisch onderzoek in Middelburg is het dus zaak om inventief en creatief te werk te gaan en alternatieve bronnen op te speuren. De auteurs deden dat ook en konden zo toch nog veel achterhalen. In een wat fragmentarische inleiding vertel len de auteurs iets over de geschiedenis van de stad en de omgeving van het huis. Na deze korte inleiding worden de opeenvolgende bewoners vanaf 1701 tot heden behandeld. De auteurs diep ten daarbij heel wat bijzonderheden op. Eerste in de rij is de Middelburgse regent Coenraat Coen- raats. Hij werd na zijn dood in 1727 opgevolgd door Johannes Cocquelle, gehuwd met een doch ter van Coenraats. Deze arts was tevens bestuur der. Tijdens het burgemeesterschap van de anti- Oranjegezinde Cocquelle werd het huis in 1747 bestormd en geplunderd. Dit gegeven werd uitge breid behandeld in contemporaine bronnen, zoals de Vaderlandsche Historie van Jan Wagenaar. De auteurs gebruiken hier ook een minder bekende bron, namelijk de Jiddische Kroniek 1740-1752 van Abraham Chaim Braatbard. Daniël Schorer en diens zoon Daniël Steven Schorer, telgen uit een bekende Middelburgse regentenfamilie, bewoonden het huis tussen 1752 en 1790. Daniël Steven had onder andere schilderijen van Bruegel en Rubens in zijn bezit, terwijl zijn vader twee 'fruitstukjes' van Adriaan Coorte naliet. Het zijn vermoedelijke deze schilderijen, van aardbeien en perzik met abrikozen, die voor respectievelijk 1.300.000,- en 1.350.000,- in 2009 bij Sotheby's werden geveild. Grote kleurenfoto's van beide 'stukjes' zijn op pagina 30 en 31 te bewonderen. Na de Schorers bewoonde de predikant Daniël Ripping maar liefst 41 jaar het huis. De volgende bewoner hield het nog langer vol: Dirk Dronkers woonde er van 1831-1880. Dronkers (1801-1881) was een ondernemend man. Begonnen als aanne mer breidde hij zijn aandacht al snel uit naar een nieuw vervoermiddel: de trein. Hij was betrokken 108 B o e k b espreki n g e

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2017 | | pagina 30