De rode spinkrab goed te onderscheiden van de gewone spinkrab. De tand aan weerszijden van de "wangetjes" is bij de gewone spin krab veel kleiner. Herkenning Het rugschild is ongeveer driehoekig maar deze vorm wordt onderbroken doordat er achter de ogen een brede, zijdelings uitstekende tand staat, waaraan het dier duidelijk van de ge wone spinkrab te onderscheiden is. Bovendien is het rugschild op ongeveer een derde van de lengte van de voorkant vrij sterk ingesnoerd, zodat het lijkt of er direct achter de zijtanden een soort wangetjes zitten. Het rostrum is meestal langer dan bij de gewone spinkrab; de tanden buigen minder sterk naar el kaar toe dan bij de gewone spinkrab. De kleur van het rug schild is rood tot donker roodbruin. De schaarpoten zijn even lang als of langer dan het eerste paar looppoten, en bij het mannetje forser dan bij het vrouwtje. De looppoten zijn met stugge haren bezet. De lengte van het rugschild is maximaal 5,4 cm. Bijzonderheden De rode spinkrab wordt elders gevonden van de getijdenzone tot 500 meter diepte, maar in Nederland meestal tussen de 10 en 50 meter. Er zijn overigens in Zeeland maar enkele vondsten bekend. De levenswijze komt overeen met die van de gewone spinkrab. De dieren camoufleren zichzelf vaak met allerlei soorten aangroeisel. Vaak zoeken ze ook bescherming onder de tentakels van grote zeeanemonen. Wijfjes met eieren kunnen het hele jaar door worden gevon den, zelden worden geslachtsrijpe wijfjes gevonden zonder eieren. Een wijfje legt per keer 700 tot 7600 eieren. De rode spinkrab is slechts bekend van drie records uit het middenge bied van de Oostersehelde. De soort is daar zowel langs de oever als op wat grotere afstand van de kust aangetroffen. Zeefauna in Zeefand 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 109