Hoewel hij wel peddels bezit, wordt deze soort toch niet tot de zwemkrabben gerekend.
Bijzonderheden
De breedpootkrab is bekend van de getijdenzone tot 30 meter
diepte, en leeft uitsluitend op zandbodems waarin ze meestal
zijn ingegraven. Bij laagwater kunnen de dieren ook worden
gevonden op het strand, ingegraven in de randen van zwinne
tjes. De soort bereikt in de zuidelijke Noordzee de noordgrens
van zijn verspreidingsgebied. Door de jaren heen variëren de
Zeefauna in Zeefancf 115
Herkenning
De breedpootkrab is een vrij kleine, opvallend zandkleurige
soort. Het rugschild is even breed als lang, maar omdat het
aan de achterkant versmald is, lijkt het langer dan breed. Die
vorm van het rugschild is daardoor heel karakteristiek. Er staan
vijf tanden langs de zijkant en drie tussen de ogen, waarvan
de middelste het grootst is. Het rugschild is gemarmerd zand
kleurig. Er bevindt zich een min of meer ruitvormige vlek in
het midden van de carapax die zeer variabel van vorm is en
die varieert van een nauwelijks waarneembaar vlekje tot een
volledig wit rugschild.
De schaarpoten zijn vrij kort en porseleinachtig wit van kleur.
De looppoten zijn kort, iets verbreed en langs de onderrand
gedeeltelijk behaard. Het laatste lid van het laatste paar loop-
poten is afgeplat tot een peddel, echter niet zo opvallend als
bij de zwemkrabben. Bovendien is, in tegenstelling tot bij de
zwemkrabben, deze "peddel" slechts aan één rand behaard.
De maximale lengte en breedte van het rugschild is 32 mm.
aantallen die gevonden worden sterk; kennelijk vermindert de
populatie soms heel sterk om zich daarna weer te herstellen.
De breedpootkrab is een soort die tot ver in zee voorkomt en de meeste
data uit het bestand zijn afkomstig van de Voordelta. Af en toe wordt
de soort aangetroffen op de Walcherse en Schouwse stranden. In de
Deltawateren is de soort weinig gemeld maar een uitzondering geldt
voor de l/Vesterschelde, ter hoogte van de Boeh t van Ossenisse.