i Herkenning Het rugschild is ongeveer vierkant, met drie tanden aan de zijkant en een brede, mediaan licht gebogen rand tus sen de ogen. Het mannetje heeft grotere scharen dan het vrouwtje, en bovendien een sponsachtige dot haar op de scharnier van de beweegbare en onbeweegbare vinger. Dit bosje haar lijkt op het eind van een dikke penseel, vandaar de naam penseelkrab, Het vrouwtje heeft kleinere scharen, en geen haardotjes op de scharen. De looppoten zijn slank en op de zijkant bezet met stevige, korte haren. Aan de bovenzijde is de krab groen-, bruin- of grijsachtig gekleurd, sommige jonge exemplaren hebben grote, witte, symmetri sche vlekken. De onderzijde van het lichaam is witachtig. Rugschildbreedte tot 3,5 cm. Vanwege het vierkante rugschild is de penseelkrab eenvou dig te onderscheiden van de inheemse Zeeuwse krabben. De soort is echter wel gemakkelijk te verwarren met de blaasjeskrab Hemigrapsus sanguineus). Deze soort heeft een meer rood gevlekt rugschild, en de mannetjes hebben geen dot haar op de scharen, maar een leerachtige blaas op de basis van de beweegbare vingers (zie tabel). Daarnaast wordt de blaasjeskrab iets groter: de maximum breedte van het rugschild is ongeveer 4,5 cm. Bijzonderheden Deze uit Oost-Azië afkomstige soort is voor het eerst in 1994 in Europa (La Rochelle, Frankrijk) aangetroffen. De verspreiding van deze soort ging snel en in 2000 werden de eerste dieren in Nederland aangetroffen. Oorspronkelijk werden de gevonden krabben aangezien voor Hemigrapsus sanguineusDe Haan, 1835. In 2005 werd ontdekt dat de Europese dieren tot een zeer nauw verwante soort beho ren: H. tanakoi. In Europa wordt de penseelkrab aangetrof fen op dezelfde plaatsen waar ook de (juvenielen van de) strandkrab (Carcinus meanas) worden gevonden. De indruk bestaat dat strandkrabben minder algemeen worden waar beide soorten samen voorkomen; er is kennelijk concurren tie tussen deze soorten. Hij leeft langs rotskusten onder stenen en in de modder vanaf bovenin de getijdenzone tot op 10 meter diepte. In de Zeeuwse getijdenwateren is de penseelkrab wijdverbreid. In de Westerschelde is de soort vanaf de monding bij Cadzand, tot de oost zijde van de kop van Ossenisse aangetroffen. In de Oosterschelde lijkt de penseelkrab ondervertegenwoordigd in het meest westelijke deel, terwijl er in het oostelijk deel waarnemingen zijn tot aan de Philipsdam en de Oesterdam toe. Van de Grevelingen is slechts een melding bekend. De blaasjeskrab komt talrijk voor in de omgeving van het werkeiland Neel tje Jans. Zeefauna in Zeetand 141 UM

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 145