L MiiÜÊ a Liocareinus puber - Fluwelen zwemkrab - Op de voorrand van het rugschild staan tussen de ogen ten hoogste drie tanden of lobben. 10 10. - De voorrand, tussen de ogen, gelijkmatig gebogen, zonder duidelijke tanden, maar met een rij korte haren Liocarcinus arcuatus - Gewimperde zwemkrab - De voorrand van het rugschild draagt tussen de ogen drie tanden of stompe lobben. 11 11. - Rugschild met de grootste breedte voor het midden en naar achteren toe sterk versmallend, daardoor langer dan breed lijkend Portumnus latipes - Breedpootkrab - Rugschild met de grootste breedte in het midden, even breed als lang of breder dan lang. 12 12. - De voorrand tussen de ogen duidelijk vooruitstekend, met drie stompe lobben, waarvan de middelste verder naar voren reikt dan de twee buitenste. Liocarcinus pusillis - Kleine zwemkrab - De voorrand van het rugschild tussen de ogen nauwelijks vooruitstekend, met drie tanden, waarvan de middelste niet of nauwelijks verder naar buiten reikt dan de twee overige. 13 13. - Het grootste deel van het rugschild is glad en glanzend, zonder rijen dwarse knobbeltjes. Tanden van de voorrand vrij stomp. Laatste lid van de zwempoten rozeachtig wit. 14 - Bovenzijde van het rugschild, vooral het achterste gedeelte, ruw door vele dwarse rijen knobbeltjes. Tanden van de voorrand spits. Laatste lid van de zwempoten violet Liocarcinus depurator - Blauwpootzwemkrab 14. - Middelste tand tussen de ogen iets voorbij de twee buitenste reikend. Rugschild groenbruin of grijsgroen. Carpus van de schaarpoten met een tand op de voorzijde aan de buitenkant Liocarcinus holsatus - Gewone zwemkrab - Middelste tand tussen de ogen niet voorbij de twee buitenste reikend, vaak zelfs iets korter dan deze. Rugschild bruinrood gemarmerd. Carpus van de schaarpoten glad, zonder tand op de voorzijde aan de buitenzijde Liocarcinus marmoreus - Gemarmerde zwemkrab 15. - De zijrand van het rugschild met acht tot tien tanden of lobben. Bovenzijde van het rugschild bruinrood, vingers van de scharen zwart Cancer pagurus - Noordzeekrab - De zijrand van het rugschild met ten hoogste vijf tanden; soms ongetand. 16 16. - De voorrand van het rugschild met drie tanden. - De voorrand van het rugschild met vier tanden of zonder tanden. Carcinus maenas - Strandkrab 17 17. - Rugschild glad, bol en in omtrek cirkelvormig; zonder tanden aan de voor- of zijrand. Commensalen van tweekleppigen, misschien ook van manteldieren Pinnotheres pisum - Erwtenkrabbetje - Rugschild vierhoekig of naar achter toe smaller worden. De bovenzijde soms met knobbeltjes; zijrand soms met tanden. Vrij levend. 1g 18. - Tussen de ogen vier tanden. Scharen meteen dichte bos haren op de palm - Geen tanden tussen de ogen, wel in het midden soms een ondiepe insnijding. 19. - Rugschild naar achteren toe duidelijk smaller wordend. - Rugschild ongeveer vierkant. Eriocheir sinensis - Chinese wolhandkrab 19 20 22 30 Fauna Zecfandica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 34