KLEINE HEREM1ETKREEET of BOKSERTJE (Diogenes pugulator (Roux, 1828)J achterlijf cervicale groeve dactylus scaphoceriet ophthalmische rostrum Herkenning Het rugschild van volwassen dieren kan lengte van 10 mm be reiken. De dieren zijn bruin of geelachtig gekleurd met soms rode vlekken op de poten. Zijn achterlijf is zacht, worstvormig en gedraaid. Ter bescherming zit het, net als bij de gewone heremietkreeft, altijd in een slakkenhuis. Het laatste segment van het achterlijfheeft wel een stevige kalklaag en speelt een rol bij het vastklemmen van her dier in de schelp. Aan de lin kerkant zijn vier behaarde zwempoten (pleiopoden) aanwezig, deze spelen bij de vrouwtjes een rol bij de vasthechting van de eieren. Het vooruitstekende deel (rostrum) van het rugschild is klein en beweeglijk. Aan beide kanten van de oogkassen vormt het rugschild een naar voren gebogen, afgeronde hoek. Naar ach teren toe wordt het iets breder. Een schuine (cervicale) groeve is duidelijk aanwezig. Voor de groeve staan op beide zijkanten Een kleine heremietkreeft graaft zich in... 88 Fauna Zeelanciica

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 92