Bijzonderheden De ruwe kiezelkrab wordt in de Noordzee gevonden op diepten van 30 tot 70 meter, waar hij leeft op bodems met grind, ste nen, klei en/of leem. Het is een nachtdier, en overdag zitten ze meestal ingegraven. In Zeeland is een enkele vondst bekend uit de Oosterscheldemond. Over de biologie van deze soort is vrijwel niets bekend Zeefauna in Zecfand 95 Het rugschild van de kiezelkrab lijkt op een ruw gevormde kiezelsteen. Herkenning Het rugschild is ruitvormig tot vijfhoekig. Het rugschild is niet vlak maar heeft knobbelige verdikkingen aan de zijkanten en aan de voor- en achterkant, wat leidt tot een kruisvormige verhoging op het rugschild. Het rugschild, het oppervlak van het onderlijf en de poten is zeer korrelig, wat het dier een ruw uiterlijk geeft. Het rugschild is rood- of grijsbruin en het ach terlijf is meestal rood gevlekt. De schaarpoten zijn langer dan het rugschild en bij de wijfjes langer dan bij de mannetjes. De vingers van de scharen zijn lang en puntig. De looppoten zijn korter dan de schaarpoten. Meestal zijn bij de exemplaren die op het strand worden ge vonden de poten niet meer aanwezig. De maximale breedte van het rugschild is 1,8 cm De ruwe kiezelkrab is gedurende de atlasperiode één keer in Zeeland gevonden en wel in de Oosterschelde, op enige afstand van de oever, ter hoogte van de Schelphoek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap - Fauna Zeelandica | 2010 | | pagina 99