Regendag met zonnige achtergrond Deze grafiek laat zien hoe lang de wereld, op basis van de nu bekende gegevens, nog vooruit kan met zijn brandstoffen. De eigenlijke uraniumvoorraad is kleiner dan de lange balk doet veronderstellen, maar er is rekening mee gehouden, dat er na 2000 alom kweekreactoren zullen werken, die uit de beschikbare hoeveelheden uranium, nieuwe splijtstoffen kweken. een te zetten met wat zij nu eigenlijk bezig zijn. Indien de gehele mensheid uit natuurkundigen zou bestaan, dan vormde de kernenergie niets geheimzinnigs. Maar de mensheid bestaat nu eenmaal niet uit natuurkundigen. Een vierde verklaring voor de angst voor kernenergie is dat er als onvermijdelijk bijverschijnsel, radio-aktiviteit aan te pas komt. „Straling" wordt dat in de wandeling genoemd. Maar het is een straling die je onder normale omstandigheden niet kunt horen, ruiken, voelen of proeven, maar die toch ontzettend gevaarlijk kan zijn. Straling hoort bij kernenergie zoals rook bij vuur hoort, maar straling kun je alleen maar aantonen met behulp van speciale instrumenten. Dit alles, gevoegd bij het vage onder- gangsgevoel dat ons in het westen bekruipt, maakt dat kernenergie de boeman van de huidige tijd is de moordenaar onder je bed, het spook in de nacht, de geest in de fles, de heks op zolder. De historie. Het is dan ook beslist geen overbodige luxe als wij enkele natuurkundige en ge schiedkundige feiten omtrent de kernenergie op een rijtje zetten. Radio-aktieve straling is b.v. niets nieuws. Zij is al sinds het einde van de 19e eeuw bekend. De Franse onderzoeker Henri Becquerel deed er al proeven mee zonder trouwens te weten dat de vreemde effecten die hij op fotografische platen waarnam, aan radio-aktieve straling te wijten waren. De gevaren van radio-aktiviteit als bijverschijnsel van atomaire processen in bepaalde stoffen hebben wij al vanaf het begin van onze eeuw leren kennen. Het echtpaar Curie heeft, wat dit betreft, baanbrekend wetenschappelijk werk verricht en madame Curie zelf was één der eerste slachtoffers van door radium uitgezonden straling. De wiskundige en natuurkundige basisgegevens voor het vrijmaken van de bindingsenergie uit de kernen van ura niumatomen, waren geruime tijd vóór de tweede wereldoorlog al beschikbaar. Op 2 december 1942 kwam de eerste, gecontroleerde atomaire kettingreactie tot stand in een atoomzuil die op de campus van de universiteit van Chicago was ge bouwd. De naar de VS uitgeweken Itali aanse geleerde Enrico Fermi, stelde op die historische dag een zogenaamde atoomzuil in werking. Een apparaat, dat was opge bouwd uit grafietblokken met perforaties, waarin staven verrijkt uranium waren ge stoken. Deze eerste kernreactor produceerde alleen warmte. Dit houdt in, dat het theoretisch reeds in 1942 mogelijk zou zijn geweest om een kerncentrale te bouwen. Immers: juist zoals een gewone elektriciteitscentrale, werken de turbines in een kerncentrale op stoom. En stoom kun je overal maken waar een hittebron aanwezig is, waarbij het niet van belang is of die hittebron bij de gratie van uiteenvallende atoomkernen in een reactor, of dankzij dansende moleculen in het kolenvuur van een stoomketel, ontstaat. In 1956 werd in het Engelse Calder Hall de eerste grote kernenergiecentrale ter we reld in bedrijf gesteld en in de zestiger jaren lanceerde de Amerikaanse president Eisenhower het programma „Atomen voor de vrede", dat ten doel had om overal in de wereld de vreedzame toepassing van de atoomkracht mogelijk te maken, met Amerikaanse hulp. De kernenergiecentrales rezen als padde stoelen de grond uit en momenteel staan er al honderden in de gehele wereld. Een uitdaging. De aanvankelijke belangstelling voor kern energiecentrales was maar al te goed te begrijpen. De kernenergie betekende een uitdaging voor alle technisch hoog-ontwik- kelde landen. Met kernenergie kon men het kunststuk uithalen om uit een relatief ge ringe hoeveelheid brandstof, een maximum aan bruikbare warmte te maken. En dat bovendien op een veel goedkopere wijze dan men tot dusverre gewend was. Kernenergiecentrales nemen weinig ruimte in beslag. Hun milieu-effecten zijn uiterst gering en bovendien zijn ze nauwkeurig meetbaar. De brandstofvoorrraden voor kernenergiecentrales zijn voorlopig nog niet uitgeput en bovendien wist men dat je zelfs atomaire brandstof kunt „kweken" in zogenaamde kweekreactoren, die zelf warmte en vervolgens elektriciteit opwekken en tevens nieuw splijtbaar ma teriaal vormen. (Een centrale van dit type is momenteel in aanbouw nabij het West- duitse plaatsje Kalkar). Je krijgt de indruk dat de kernenergie typisch hoogwaardig mensenwerk is. Maar zelfs op het gebied van kernreacties is er op aarde niets nieuws onder de zon. Mil joenen jaren geleden heeft er in de buurt van de plaats Oklo, in het Afrikaanse land Gabon, een zogenaamde natuurlijke kern reactor gewerkt. Bij Oklo bevindt zich een rijke uraniumlaag, waar tegenwoordig nog steeds uranium wordt gewonnen. Lang ge- Tekst: S. Z. Het motregende en onderweg moesten de ruitenwissers aan; de regen plensde de hele voorjaarsmiddag; de volgende dag waren er buien van twintig minuten en viel er een zware dauw op het tuintje rond de stacaravan. Maar ook de regendagen bren gen onze buren in goede stemming: ze zien ook liever de zon, niettemin heeft de leden heeft een kleine rivier zich een weg door deze uraniumlaag gezocht en daardoor ontstonden toevallig de voorwaarden voor een atomaire kettingreactie. De aanwezig heid van water was erg belangrijk! In een normale kernreactor, zoals er één in de kernenergiecentrale van Borssele staat, komen namelijk de warmte-opwekkende ket tingreacties alleen maar tot stand, dankzij de aanwezigheid van water in het reactor vat, dat verder met veredeld uranium ge vuld is. De natuurlijke reactor van Oklo moet honderden jaren lang hebben liggen smeu len, waarbij de warmteproduktie zeer groot is geweest. De reactor van Oklo heeft vanzelfsprekend zeer veel, onafgeschermde radio-aktieve straling teweeggebracht. Daar door is Oklo een waardevol onderzoeks gebied voor biologen geworden, want door onderzoek op fossiele resten van dieren die miljoenen jaren geleden hebben geleefd, kunnen zij nu vaststellen of, en zo ja in welke mate, radio-aktieve straling tot ge netische veranderingen in dieren heeft ge leid. Zo hebben zij de kans gekregen om de effekten van radio-aktieve straling over de loop van miljoenen jaren te bestuderen! De mensen die beweren, dat wij van straling nog niets afweten, omdat de kern energie nog geen geschiedenis van betekenis heeft, kunnen dit argument tegen de kern energie beter uit hun repertoire verwij deren regen ook aantrekkingskracht genoeg! He lemaal niets teleurstellend, maar reinigend, stofwerend. Goed voor de tuin, de akkers en de weilanden, dat zeggen de Zeeuwse plattelanders. Natuurlijk is er een heftig verlangen naar zondagen en zonnedagen, maar de wens naar niet-werken en mooi weer kan best -— Foto van de schrijver.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 8