„ER ZIJN NOG HONDERDEN WACHTENDEN VOOR U" Heden, toekomst en een heel klein beetje verleden van de watersport in Zeeland 1 boot/hm vaarweg 1 boot/ha 1 2 boten/ha 2 4 boten/ha 4 8 boten /ha 8 boten en meer per ha Tekst: J. Q. C. C. Becht. De havenmeesters van de jachthavens in het Zeeuwse zouden zich van soort gelijke apparatuur kunnen bedienen als de dames van de telefoondienst die nummer 008 het nummer voor inlichtingen bedienen. Bij het opbellen van dat nummer komt het maar al te vaak voor. dat er enkele informanten op hun beurt moeten wachten. Een ingenieus mechaniek laat u dan om de paar seconden weten hoeveel wachtenden er nog vóór u zijn. Ik kan me indenken, dat vele Zeeuwse havenmeesters een dergelijk automa tisch antwoordsysteem voorhanden zouden willen hebben wanneer voor de zo veelste keer de vraag wordt gesteld: „Heeft u een ligplaats voor mij?", waarop bijna steevast het antwoord wordt gegeven: ..Het spijt me, er zijn nog hon derden wachtenden vóór u". Honderden wachtenden voor een ligplaats in het Zeeuwse deel van de Delta. Toch toont een illustratie uit het jaarverslag over 1977 van de Rijks Planologische Dienst (fig. 1) overduidelijk aan, dat de bezetting van de Zeeuwse wateren nog zeer gering is. Ooster- en Wersterschelde laten dichtheden zien zoals die van IJsselmeer en Waddenzee: een bezetting van minder dan één boot per hectare water. Een blik op fig. 1 laat zien, dat het door velen al als druk ervaren Veerse Meer met een dichtheid van 1 a 2 boten per ha zeer gunstig afsteekt bij het gros van de Nederlandse watersportgebieden, met name de meer kleinschalige watersport gebieden. Zelfs het naar Zeeuwse begrippen „volle" watersportgebied De Braakman slaat met nog geen 4 boten per hectare niet eens zo'n gek figuur vergeleken met bijvoorbeeld de meren nabij de Randstad. Zeeland beschikt op dit ogenblik over ruim 8.000 vaste ligplaatsen (in 1960 slechts 3301), waarvan 700 in de grote kreken van Zeeuws-Vlaanderen (waarvan 450 in de Braakman), 900 langs de Westerschelde, 3.500 in het Veerse Meergebied, 1.200 langs de Oosterschelde en 2.000 in het Zeeuwse deel van de Grevelingen. Dit betekent, dat ongeveer 4°/o van het Nederlandse boten- bestand in één van de Zeeuwse jachthavens de thuishaven heeft. Een blik op de kaart maakt duidelijk, dat Zeeland met zo im mens veel vaarwater en een betrekkelijk gering aantal vaste ligplaatsen, nog één van de weinige gebieden in ons land is waar het voor pleziervaarders inderdaad nog plezierig varen is. Bruto 'bootdichtheid' (recreatievaartuigen) van de Nederlandser wateren Overzicht bruto bootdichtheid (jaarverslag Rijks Planologische Dienst 1977). 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 13