74 Gij (loet ons luid bij ieder' golfslag Iiooren Hoe eeuwen roenis voor ons zijn weg gevloeid, Hoe Spanjcs txots moest in uw baren smoren En 't Zeeuwsche volk daviia liield geboeid Hoe stroomen vuur's van aiba's zeekasteelen Door hun verbrand uw baren koken deed Hoe 't nageslacht ook in dien roem mogt deelen, Daar 't op uw stroom fier voor zijn regten streed. Tloei kabblend voorto stroomdoor God geschonken Aan 'tland, door 't trouwst, door 't edelst volk bewoond! Nooit worde uw vaart in vreemden boei geklonken Noch Hollands vlag op uwen rug gehoond 'k Zie 't Luctor et Emergo schittrend blinken: Godhoor den eed dien eens de kuiter deed Eer zal dit land in tnven vloed verzinken Eer 't Zeeuivsche volk der Eud'ren roem vergeet. Elitsingen 1833. a. ucrjscn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 102