hü 84 gen. Iudien men onbeleefde ruwheidrondheid gelieft te noemenliet is welmaar bij beschaafde menschen zie ik liet toch liever anders. Erger is het wel, geveinsd onbedekt iemand te grievenmaar dat wettigt het eerste niet, zelfs niet bij dezulkenwien het bijzonder eigen is. Ziet-de tiran, wiens geweld alles dwingt, en menig roover als hij u plundertzijn ook op die wijze rond; want zij ontveinzen het niet, tiran en roover te zijn. Zoo veinsde alba ook niet, toen hij voor zijnen koning dui- zende onschuldige slagtoffere velde. Hü kwam er rond voor uit in bloedplakkaten dit te willen en te zullen doenen niemand onzer zal toch die rondheid prijzen. De verdediging en de handelwijze van alva zal toch wel nim mer itigang vinden. Ik weet nietof haat of liefde ons daarbij zou moeten bezielen. Rondheid is te regt open hartigheid maar openhartigheid is eerst goed als het harte goed isen het goede bedoelt. Dat gaat wel niet in alles door doch een slecht inensch is meestalals hij rond isslecht rond. En nu geloof ik dat gij na al het betoogde ,mij zult toestemmen dat het wel een slecht rond is al zijne gedachten te zeggen, of liever ieder zijn hart opente- leggen; en dal hier vooralde wijze waarop het ge schiedt tijd en plaats gelegenheid en omstandigheid moeten in aanmerking genomen worden. Ik beken dat goede voornemens en eerlijke bedoelingen wel minder behoeven bedekt te blijven, dan ontwerpen van baat-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 116