95 ik bedoel bij de dichters. Den dichter duidt men het Vel eens minder ten kwade als hij dichtende en ver dichtende niet rond is doch ook de ware zang komt uit het harten de Zeeuwsche dichters hebben ook hun hart niet verlochend. Yader cats in zijne zinne en minnebeelden in zijnen spiegel van den ouden en nieuwen tijd, is geen vleijer maar was opregt en go- trouw, als de natuur, welke 'hij volgde, Bellamy zingt daarom van hemen in die poezij is hij zoo wel rond jegens cats, als jegens zijne tijdgenooten die de poezij bedierven Ach! waren in ons Vaderland Meer dichters die uw voetspoor drukten Meer voedsterliugen der natuur, Wier kunst het beeld der moeder toonde. Mogt dan uw geboortedag Een heilig feest der dichtkunst wezen! En waar' dit feest een dag des doods Yoor 't talrijk kroost der Zwanenburgen! Ik kan mij niet weerhouden, hierbij aan te merken, dat deze vrome wensch van Bellamy en het voorbeeld van cats nog geldende zijn. Want het Zwanenburgsch geslacht van poëten is nog niet uitgestorven, bilderdyk met zijne diepe geleerdheiden tolleys met zijne naïve Gedichten van j. Bellamy- Haarlem, wed, a. loosjks, 1816.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 127