125 hem bekleed,>vas hij niet minder,dan deze,het voor werp van den lofachting en toegenegenheid der edelste en grootste geleerden zij ner eeuw die hem zoo gaarne voor alle bemiddelden en aanzienlijkenaanhaalden als een navolging waardig voorbeeld als iemand wiens gcheele leven gewijd was om zich van de voorregten, hem door de Voorzienigheid geschonken te bedienen tot aanmoediging en bevordering van alwat nuttig schoon en edel was. Kan hem, uit hoofde zijner uitgebreide kundigheden en uitgegeven werken, de naam van Geleerde; die van Bevorderaar der frcudje kunsten op grond van zijne nooit verflaauwde geestdrift voor dezelve waarom hij moeite noch kosten ontzag om dezelve van dienst te zijn, niet ontzegd worden; even min zal men hem dien van Dichter weigeren. Ja voornamelijk als zóódanig, was hij de roem dezer stad en bekleedde hij in die eeuwzoo vruchtbaar in goede Dichters, eene waardige plaats naast zijnen neef cats HUIJGESS en anderen. Zijne latijnsche gedichten vooral bezitten, naar het oordeel van kennerszulk eene ongekunstelde schoon- cn bevalligheiddat zij den lezer als verplaatsen in de schoonste tijden der Romeinsclie dichtkunst. In onze taal heeft hij uitgegeven een werk in kwarto, den titel voerende Nederduilsche Poëmata van a bbia m s uorrr.hls Zirizaeusgedrukt te Amsterdam 1G35 in

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 159