)mwe ie (3*§fljriï» f (c^° >5©&-C5- Ben Kalif i.ujsaji dien het lot Zijn gaven kwistig bood Die daaglijks 's levens weelde en lust In overdaad genoot Was diep de zucht tot pronk en praal In 't trotsche hart gegrift Zoodat elke edler neiging zweeg Yoor die onzaalge drift. Zijn rijkdom schiltrend heinde en veer' Blonk in paleis en stal ln keur van kofsieraden uit En snuivend rossental. Hij droomde van Golconda's goud, Yan Smirna's vloertapeet En wat hij wenschte bij de maan Stond met de zon gereed. 't Paleiswaar hij zijn' intrek nam Was marmer en arduin En even rijk ommuurde hij Zijn trotsck beplanten tuin.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 162