140 Wij ontwaken Wij genaken Met Castieljens rijke buit Wij wij zullen vierschaar spannen Als deze arm hun woede stuit En wij jagen uw tijrannen, Met bebloedde koppen uit. 't Land zal bloeien Welvaart groeien Waar de Geus zijn vaandien plant. Nassau zal uw vader wezen; En 't geweten vrij van band En de blijdschap als voor dezen Hupplen door het vaderland. Ziet de Geuzen 't Dwangjuk kneuzen Kluisters breeken als een riet Eeuwig eeuwig dierbre stranden Hoortvoor 't laatstons afscheids-licd Haast zal 't vrijheids-Vuur ontbranden Als onze arm U redding biedt Haast verschijnen we op uw zanden Neèrlands kindren buigen niet-'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 174