163 bruiktdan in ons spreekwoord omtrent eigen lof ge bezigd wordt. En daar het onze leer is dat wij bij bet ontdekken yan beter lichtyerpligt zijn daarop at' te gaan al is dit ook niet van Nationalen oorsprong zullen yyij yoortaan dien yyenk yolgenen ons minder kiesch werkwoord aan het zijne achterstellen. Onze Wijze dan zegtdat het buiten twijfel geoorloofd- is, niet alleen zich zeiyen te prijzen; maar yoegt er bij dat de wijze en de ongeoefende de aanzienlij ksle Staats man zoo yyel als de ambtelooze en yergeten burger dagelijks in de gelegenheid ja zelfs in de yerpligting komen kan zich zeiyen te prijzen. Uit die yele denk bare gelegenheden kiest hij zich eenige tot yoorbeelden en wijst daar bij aan hoedanig men den eigenlof moet inrigtenom denzelyen te ontdoen yan alle hate lijkheid yoor het oor yan anderen en besluit zijn ant woord met dezen algemeenen wenk dat het pligt dure pligt is, zoo wel de waarheid omtrent zich zeiven, als omtrent anderen te zeggenyooral dan wanneer het yoor enkele personen, of yoor een geheel volk nut- tig kan zijn zijne eigene goede bedrijven en deugden openlijk aan het licht te brengen. Men begrijpe echter den Wijze niet verkeerd noch make de valsche toepassingals wilde hij met den eigen lof tevens het bejag yan het loon der deugd verbonden ol als wilde hij denzelyen uitgetrompet hebben alleen opdat dat loon onze daden yolgen zoude. Geenszins is

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 199