iro hem deel hadden en slechts aan het geluk was toete- schrijven. «Het schoonste en grootste echter, zeidehij wat mij uxxEEir toekomt, is, dat geen Athener door mij ongelukkig geworden is. Maar van de zijde der menschkunde verdient vooral die wijze van eigen lof de voorkeur, waarbij men in denzelven even als in eene keurige schilderij licht en schaduw kunstig weet te vereenigen en bij den lof tevens zijne gebreken of vroeger ongelnk met tegen woordig geluk zich herinnertopdat het één door het andere te meer uilkome en schiltere. - Zóó handelde ag_atiioci.es die een pottebakker geweest was en na derhand de heerschappij over geheel Sicilien verkreeg. Wanneer hij, bij pracht-en feestmaaltijden uit gouden schalen dronk liet hij aarden vaten daar nevens bren gen. Dit is zeide hij het werk van volharding en "deugd. Eertijds maakten wij aardennu zilveren schalenZulk een eigen lof lokt tot navolging uit en sticht nutomdat de toehoorder zich daarbij de mogelijkheid ziet voorgesteldzelf iets groots te worden cu tot stand tc brengen. Eindelijk-de eigenlof moet nooit bestuurd worden door overdrevene eigenliefdemaar moet steeds berus ten op eene onzijdige beoordeeling van het geen lof waardig in ons is en ons aansporenom no» beter en voortreffelijker te worden. En in waarheid het betamelijk gevoel van eigen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 206