.©-
Wij zingen de eer van Zeelands grond
Die grond van onds vermaard
Waar eens ons wanklend wiegje stond
Is 't kunstloos volkslied waard
Die grond die uit zijn' donkren schoot
Geen praalgesteente ons biedt
Maar schatten draagtwaar hongersnood
En bange zorg voor vliedt.
Die grond door noeste vlijt bebouwd
Gestoofd door zomergloed
Pronkt met een zee van golvend goud
Dat arme en rijken voedt
Roemt elders 't lieve vaderland
Zijn malsche klaverwei
De Zeeuw roemtwaar hij poot en plant
Zijn vette vruchtbre klei.