61 zij op uit den staat Tan middeleeuwsche barbaarschheid tot eenen hoogen trap van bescliaTing en uit dien van behoeftetot eenen bloei en eene welvaartwaarvan men te vergeefs bij eenig ander volk een voorbeeld zal zoeken. Getrouw aan hunne leus, en de zee als bun element be schouwende, waagden zij zich met koenen moed op haar uitgestrekt gebied; van armoedige visschors en niets be duidende vracht-vaarders wisten zij zich door braafheid en stouten heldenmoed allengs een ruimer bestaan te bezorgen. Het hunnen naam en hunner leus onwaardig vindende,om langer slechts aan hunne eigene kusten rond te zwalkenof voor eene geringe daghuur de goederen van buitenlandsche meesters te vervoerenbeproefden zij hunne krachtenom voor eigene rekening te handelen. Weldra niet meer te vreden, hunne koopgoederen uit de derde of tweede hand te ontvangenstevenden zij ten spij t van den vloek n de bedreigingendie de Spaansche bloedhond over hen uitbraaktenaar de overzeesche ge westen om daar hunne kielen met de kostbaarste voort brengselen van vreemden bodem te bevrachten. Aan gemoedigd door de gezegende uitkomst hunner eerste proeven, dreven zij in korten tijd eenen uitgestrekten handelmaakten zeevaart en visscherij van sobere kost winningen tot ware goudmijnen; zagen reeds in 1368 hunne hoofdstad Middelburg onder het zoo veel ver mogend Hanzéverbond opgenomenkregen een gewigtig aandeel in de 0. I. Kompagniegaven het bestaan aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 85