uiver vaderenaanhoudende worstelingaanwending van kracht en beleid. Tot een tweede bewijs noem ik uwe zeden en maat schappelijke deugden. En hier wensch ik u en mij zelven geluk dat de beminnelijke dengden en loffelijke ge woonten die ons eerbiedwaardig voorgeslacht versierden nog niet geheel van onder ons verdwenen zijn! Bij al de verkeerdheden die ons aankleven ondanks de ligtzin- nige Fransehen liet vergif hunner helsclie grondstellin gen'in de ziel van dezen en genen hebben oveigestort; in weerwil van de betreurenswaardige verbastering welke door eenen wonderlijken zamenloop van ver schillende omstandigheden in onze zeden is ingeslopen is er toch nog veel goeds bij ons overgebleven. Be voor geslachten hadden toch ook hunne zwakke zijde en onverminderd den lofdien wij bun billijk blijven toe zwaaijen, zou men hun 'hier -en daar todh ook wel zwarte vlakken kunnen aantoonendie ,ofechoonzij door den luister hunner deugden werden ovcrschenenechter aller afkeuring verdienden. Tntusschen stem ik volkomen toedat wij in zedelijke waarde verre zeer verre bij Onze vaderen achter staan. 'Gaarne laat ik hier de ver gelijking over aan ons nageslachthetwelkdoor de onpartijdige geschiedenis voorgelicht ,daar over het best uitspraak zal kunnen doen; maar wanneer ik eene ver gelijking mogt maken tusschen de bewoners van dit en andere gewesten onzes vaderlandszou ik niet vreezen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 94