(§||4<ik Tloei kabblend yoort langs Zeelands vruclitbre stranden 0 Scbelde stroom die Ylissingsch muur bespat. Natuurlijk erf der Yrije Nederlanden, Behoed de vloot die Hollandsch hoop bevat Laat de Oosterling den Nijl en d'Eupliraat noemen En 't vruchtbaar slijkdat m'uit zijn schoot verwerft Geen stroom kan ooit op zoo veel deugden roemen. Noch werd zoo vaak met heldenbloed geverwd. Uw aanblik kan weemoedig 't hart bezielen Bij stormgehuil en dondrend golfgeklots Uw schuimend nat breekt zwalpend op de kielen En stuit terug als voor een Alpenrots. 'k Zie 't rood, witblaauw in breede banen wappren Op 't mastenboschin trouw en moed zoo rijk: Er rolt een traan0 praalgraf onzer dappren 0, Scheldestroom! vereeuwigd door vajj speijk. ZEE1WSCHE VOLKSZANG.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 99